Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: joyriden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gejoyrided

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik joyride
jij joyridet
hij joyridet
wij joyriden
jullie joyriden
zij joyriden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gejoyrided
jij hebt gejoyrided
hij heeft gejoyrided
wij hebben gejoyrided
jullie hebben gejoyrided
zij hebben gejoyrided

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik joyridede
jij joyridede
hij joyridede
wij joyrideden
jullie joyrideden
zij joyrideden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gejoyrided
jij had gejoyrided
hij had gejoyrided
wij hadden gejoyrided
jullie hadden gejoyrided
zij hadden gejoyrided

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal joyriden
jij zult joyriden
hij zal joyriden
wij zullen joyriden
jullie zullen joyriden
zij zullen joyriden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gejoyrided hebben
jij zult gejoyrided hebben
hij zal gejoyrided hebben
wij zullen gejoyrided hebben
jullie zullen gejoyrided hebben
zij zullen gejoyrided hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou joyriden
jij zou joyriden
hij zou joyriden
wij zouden joyriden
jullie zouden joyriden
zij zouden joyriden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gejoyrided hebben
jij zou gejoyrided hebben
hij zou gejoyrided hebben
wij zouden gejoyrided hebben
jullie zouden gejoyrided hebben
zij zouden gejoyrided hebben

Gebiedende wijs
joyride

Aanvoegende wijs
joyride

Voorbeelden

  1. Misschien nam hij een joyride.
    Maybe he took a joyride.
  2. Een joyride in een postwagen?
    A joyride in a mail truck?
  3. Ik zit in Havenhurst voor' n joyride.
    Sent me to Havenhurst for a joyride.
  4. je was bijna dood met die joyride.
    You almost got killed on that joyride.
  5. De Zuidpolers stalen de slede voor een joyride.
    The South Polers stole sleigh for joyride!
  6. Nou, m - misschien is het alleen kinderen op een joyride.
    Well, m-maybe it is just kids on a joyride.
  7. Luitenant Kefir nam gisteravond een Star Flurry voor een dronken joyride.
    Lt Kefir took a Star Flurry for a drunken joyride last night.
  8. Dit is gebeurd omdat jij mijn motor hebt gebruikt voor een joyride.
    This happened because you took my bike for a joyride.
  9. Voordat je m' n klassieker meenam... voor een joyride, was ze zo strak als een maagd.
    So? So before you took my classic on your little joy ride, she was virgin tight.
  10. We zijn gaan joyriden.
    We took it for a joy ride.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden