Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: jokken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gejokt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik jok
jij jokt
hij jokt
wij jokken
jullie jokken
zij jokken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gejokt
jij hebt gejokt
hij heeft gejokt
wij hebben gejokt
jullie hebben gejokt
zij hebben gejokt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik jokte
jij jokte
hij jokte
wij jokten
jullie jokten
zij jokten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gejokt
jij had gejokt
hij had gejokt
wij hadden gejokt
jullie hadden gejokt
zij hadden gejokt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal jokken
jij zult jokken
hij zal jokken
wij zullen jokken
jullie zullen jokken
zij zullen jokken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gejokt hebben
jij zult gejokt hebben
hij zal gejokt hebben
wij zullen gejokt hebben
jullie zullen gejokt hebben
zij zullen gejokt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou jokken
jij zou jokken
hij zou jokken
wij zouden jokken
jullie zouden jokken
zij zouden jokken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gejokt hebben
jij zou gejokt hebben
hij zou gejokt hebben
wij zouden gejokt hebben
jullie zouden gejokt hebben
zij zouden gejokt hebben

Gebiedende wijs
jok

Aanvoegende wijs
jokke

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden