Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: jodelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gejodeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik jodel
jij jodelt
hij jodelt
wij jodelen
jullie jodelen
zij jodelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gejodeld
jij hebt gejodeld
hij heeft gejodeld
wij hebben gejodeld
jullie hebben gejodeld
zij hebben gejodeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik jodelde
jij jodelde
hij jodelde
wij jodelden
jullie jodelden
zij jodelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gejodeld
jij had gejodeld
hij had gejodeld
wij hadden gejodeld
jullie hadden gejodeld
zij hadden gejodeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal jodelen
jij zult jodelen
hij zal jodelen
wij zullen jodelen
jullie zullen jodelen
zij zullen jodelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gejodeld hebben
jij zult gejodeld hebben
hij zal gejodeld hebben
wij zullen gejodeld hebben
jullie zullen gejodeld hebben
zij zullen gejodeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou jodelen
jij zou jodelen
hij zou jodelen
wij zouden jodelen
jullie zouden jodelen
zij zouden jodelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gejodeld hebben
jij zou gejodeld hebben
hij zou gejodeld hebben
wij zouden gejodeld hebben
jullie zouden gejodeld hebben
zij zouden gejodeld hebben

Gebiedende wijs
jodel

Aanvoegende wijs
jodele

Voorbeelden

  1. Jodel mee, jongens.
    Join me on the yodel, fellas.
  2. Jodel-ai-hee-hoo.
    Yodel-ay-hee-hoo.
  3. En een jodel-ai-hee-hoo, voor jou ook.
    And a yodel-ay-hee-hoo, to you too.
  4. Je moet gewoon... Je moet echt alles geven voor die jodel, begrijp je?
    You just got to - - you just got to really lean into that yodel, you know?
  5. Is dat... jodelen?
    Is that... yodeling?
  6. Wil je bovenop de ondernemersberg jodelen?
    Do you wanna yodel at the top of the corporate mountain?
  7. Het is tijd om te jodelen.
    It 's yodeling' time.
  8. Ik ga er nu naartoe... beetje jodelen.
    I 'll go up there right now warble away.
  9. Niet echt jodelen, maar iets in die aard.
    Not yodeling, but kinda like it.
  10. Maar degene die Scotty speelde kon niet jodelen.
    But the guy who played Scotty had trouble yodeling.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden