Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: jeremiëren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gejeremieerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik jeremieer
jij jeremieert
hij jeremieert
wij jeremiëren
jullie jeremiëren
zij jeremiëren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gejeremieerd
jij hebt gejeremieerd
hij heeft gejeremieerd
wij hebben gejeremieerd
jullie hebben gejeremieerd
zij hebben gejeremieerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik jeremieerde
jij jeremieerde
hij jeremieerde
wij jeremieerden
jullie jeremieerden
zij jeremieerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gejeremieerd
jij had gejeremieerd
hij had gejeremieerd
wij hadden gejeremieerd
jullie hadden gejeremieerd
zij hadden gejeremieerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal jeremiëren
jij zult jeremiëren
hij zal jeremiëren
wij zullen jeremiëren
jullie zullen jeremiëren
zij zullen jeremiëren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gejeremieerd hebben
jij zult gejeremieerd hebben
hij zal gejeremieerd hebben
wij zullen gejeremieerd hebben
jullie zullen gejeremieerd hebben
zij zullen gejeremieerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou jeremiëren
jij zou jeremiëren
hij zou jeremiëren
wij zouden jeremiëren
jullie zouden jeremiëren
zij zouden jeremiëren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gejeremieerd hebben
jij zou gejeremieerd hebben
hij zou gejeremieerd hebben
wij zouden gejeremieerd hebben
jullie zouden gejeremieerd hebben
zij zouden gejeremieerd hebben

Gebiedende wijs
jeremieer

Aanvoegende wijs
jeremiëre

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden