NL: jazzdancen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gejazzdancet
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik jazzdance jij jazzdancet hij jazzdancet wij jazzdancen jullie jazzdancen zij jazzdancen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gejazzdancet jij hebt gejazzdancet hij heeft gejazzdancet wij hebben gejazzdancet jullie hebben gejazzdancet zij hebben gejazzdancet
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik jazzdancete jij jazzdancete hij jazzdancete wij jazzdanceten jullie jazzdanceten zij jazzdanceten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gejazzdancet jij had gejazzdancet hij had gejazzdancet wij hadden gejazzdancet jullie hadden gejazzdancet zij hadden gejazzdancet
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal jazzdancen jij zult jazzdancen hij zal jazzdancen wij zullen jazzdancen jullie zullen jazzdancen zij zullen jazzdancen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gejazzdancet hebben jij zult gejazzdancet hebben hij zal gejazzdancet hebben wij zullen gejazzdancet hebben jullie zullen gejazzdancet hebben zij zullen gejazzdancet hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou jazzdancen jij zou jazzdancen hij zou jazzdancen wij zouden jazzdancen jullie zouden jazzdancen zij zouden jazzdancen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gejazzdancet hebben jij zou gejazzdancet hebben hij zou gejazzdancet hebben wij zouden gejazzdancet hebben jullie zouden gejazzdancet hebben zij zouden gejazzdancet hebben
|
Gebiedende wijs |
jazzdance
|
Aanvoegende wijs |
jazzdance |