Voorbeelden

1. Must be garbage industry jargon.
   Dat is vast vuilnismannenjargon.
2. What we call in our jargon...
   In het vakjargon noemen we dat een...
3. Don 't give me that medical jargon!
   Hou op met dat medische jargon.
4. You need to stop with the architect jargon.
   Je moet ophouden met dat architect gedoe.
5. Their power is in jargon, so you study up.
   Hun vaktaal is hun macht. Dus je bestudeert dat.
6. Don 't use media jargon that you don 't understand.
   Gebruik geen media-jargon die je niet begrijpt.
7. You know what we call this in our professional jargon?
   Weet je hoe we dit noemen in ons professionele jargon?
8. The doctors tell us stuff but they use all that jargon.
   De dokters vertellen ons van alles maar ze gebruiken vaktaal.
9. It 's just that everybody uses pilot jargon on a carrier.
   Maar iedereen op een vliegdekschip gebruikt pilotenjargon.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden