Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: italianiseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geïtalianiseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik italianiseer
jij italianiseert
hij italianiseert
wij italianiseren
jullie italianiseren
zij italianiseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geïtalianiseerd
jij hebt geïtalianiseerd
hij heeft geïtalianiseerd
wij hebben geïtalianiseerd
jullie hebben geïtalianiseerd
zij hebben geïtalianiseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik italianiseerde
jij italianiseerde
hij italianiseerde
wij italianiseerden
jullie italianiseerden
zij italianiseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geïtalianiseerd
jij had geïtalianiseerd
hij had geïtalianiseerd
wij hadden geïtalianiseerd
jullie hadden geïtalianiseerd
zij hadden geïtalianiseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal italianiseren
jij zult italianiseren
hij zal italianiseren
wij zullen italianiseren
jullie zullen italianiseren
zij zullen italianiseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geïtalianiseerd hebben
jij zult geïtalianiseerd hebben
hij zal geïtalianiseerd hebben
wij zullen geïtalianiseerd hebben
jullie zullen geïtalianiseerd hebben
zij zullen geïtalianiseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou italianiseren
jij zou italianiseren
hij zou italianiseren
wij zouden italianiseren
jullie zouden italianiseren
zij zouden italianiseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geïtalianiseerd hebben
jij zou geïtalianiseerd hebben
hij zou geïtalianiseerd hebben
wij zouden geïtalianiseerd hebben
jullie zouden geïtalianiseerd hebben
zij zouden geïtalianiseerd hebben

Gebiedende wijs
italianiseer

Aanvoegende wijs
italianisere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden