Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ipadden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geïpad

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ipad
jij ipadt
hij ipadt
wij ipadden
jullie ipadden
zij ipadden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geïpad
jij hebt geïpad
hij heeft geïpad
wij hebben geïpad
jullie hebben geïpad
zij hebben geïpad

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ipadde
jij ipadde
hij ipadde
wij ipadden
jullie ipadden
zij ipadden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geïpad
jij had geïpad
hij had geïpad
wij hadden geïpad
jullie hadden geïpad
zij hadden geïpad

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ipadden
jij zult ipadden
hij zal ipadden
wij zullen ipadden
jullie zullen ipadden
zij zullen ipadden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geïpad hebben
jij zult geïpad hebben
hij zal geïpad hebben
wij zullen geïpad hebben
jullie zullen geïpad hebben
zij zullen geïpad hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ipadden
jij zou ipadden
hij zou ipadden
wij zouden ipadden
jullie zouden ipadden
zij zouden ipadden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geïpad hebben
jij zou geïpad hebben
hij zou geïpad hebben
wij zouden geïpad hebben
jullie zouden geïpad hebben
zij zouden geïpad hebben

Gebiedende wijs
ipad

Aanvoegende wijs
ipadde

Voorbeelden

  1. Die ik op mijn iPad bewaar, dus mijn iPad.
    Which I keep on my iPad, so my iPad.
  2. Waar is mijn iPad?
    Where 's my iPad?
  3. Wist jij van de iPad?
    Did you know about the iPad?
  4. Waar is mijn iPad, Leo?
    Where 's my iPad, Leo?
  5. Je hebt je iPad vernield.
    You smashed your iPad.
  6. En daarom verdien je iPad helikopter.
    And that 's why you get an iPad helicopter.
  7. Oké, ik pikte Ariel' s iPad.
    Okay, I took Ariel 's iPad.
  8. Omdat hij geen iPad kan gebruiken?
    Because he can use an iPad?
  9. Wil je mijn iPad goed instellen?
    Could you please fix up this iPad for me?
  10. Ik heb de iPad niet gehaald.
    I didn 't get you the iPad.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden