Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inwrijven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingewreven

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik wrijf in
jij wrijft in
hij wrijft in
wij wrijven in
jullie wrijven in
zij wrijven in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inwrijf
dat jij inwrijft
dat hij inwrijft
dat wij inwrijven
dat jullie inwrijven
dat zij inwrijven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingewreven
jij hebt ingewreven
hij heeft ingewreven
wij hebben ingewreven
jullie hebben ingewreven
zij hebben ingewreven

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik wreef in
jij wreef in
hij wreef in
wij wreven in
jullie wreven in
zij wreven in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inwreef
dat jij inwreef
dat hij inwreef
dat wij inwreven
dat jullie inwreven
dat zij inwreven

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingewreven
jij had ingewreven
hij had ingewreven
wij hadden ingewreven
jullie hadden ingewreven
zij hadden ingewreven

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inwrijven
jij zult inwrijven
hij zal inwrijven
wij zullen inwrijven
jullie zullen inwrijven
zij zullen inwrijven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingewreven hebben
jij zult ingewreven hebben
hij zal ingewreven hebben
wij zullen ingewreven hebben
jullie zullen ingewreven hebben
zij zullen ingewreven hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inwrijven
jij zou inwrijven
hij zou inwrijven
wij zouden inwrijven
jullie zouden inwrijven
zij zouden inwrijven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingewreven hebben
jij zou ingewreven hebben
hij zou ingewreven hebben
wij zouden ingewreven hebben
jullie zouden ingewreven hebben
zij zouden ingewreven hebben

Gebiedende wijs
wrijf in

Aanvoegende wijs
inwrijve

Voorbeelden

  1. Ben je klaar met het inwrijven?
    All finished with the rubdown?
  2. En kan ik het Alex inwrijven?
    And I can rub it in Alex 's face?
  3. Dus je gaat het haar niet inwrijven?
    So you won 't rub her nose in it?
  4. En dat wil je me even inwrijven?
    And you want to rub my face in it? No.
  5. Eva, je moet het er niet inwrijven.
    Eva, you don 't have to rub it in.
  6. Dat is het wel inwrijven, vind je niet?
    This is rubbing it in, isn 't it?
  7. Moet je er me met mijn neus inwrijven?
    Do you have to rub my nose in it?
  8. Nu ben je het ze aan het inwrijven.
    Now here you are shoving' your face in' em.
  9. Wil je het er nog eens inwrijven of zo?
    You 're telling me this again so you could rub it in?
  10. En ik moest haar dat zo nodig flink inwrijven.
    And i had to her that considerably if necessary rub.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden