Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inwijden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingewijd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik wijd in
jij wijdt in
hij wijdt in
wij wijden in
jullie wijden in
zij wijden in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inwijd
dat jij inwijdt
dat hij inwijdt
dat wij inwijden
dat jullie inwijden
dat zij inwijden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingewijd
jij hebt ingewijd
hij heeft ingewijd
wij hebben ingewijd
jullie hebben ingewijd
zij hebben ingewijd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik wijdde in
jij wijdde in
hij wijdde in
wij wijdden in
jullie wijdden in
zij wijdden in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inwijdde
dat jij inwijdde
dat hij inwijdde
dat wij inwijdden
dat jullie inwijdden
dat zij inwijdden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingewijd
jij had ingewijd
hij had ingewijd
wij hadden ingewijd
jullie hadden ingewijd
zij hadden ingewijd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inwijden
jij zult inwijden
hij zal inwijden
wij zullen inwijden
jullie zullen inwijden
zij zullen inwijden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingewijd hebben
jij zult ingewijd hebben
hij zal ingewijd hebben
wij zullen ingewijd hebben
jullie zullen ingewijd hebben
zij zullen ingewijd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inwijden
jij zou inwijden
hij zou inwijden
wij zouden inwijden
jullie zouden inwijden
zij zouden inwijden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingewijd hebben
jij zou ingewijd hebben
hij zou ingewijd hebben
wij zouden ingewijd hebben
jullie zouden ingewijd hebben
zij zouden ingewijd hebben

Gebiedende wijs
wijd in

Aanvoegende wijs
inwijde

Voorbeelden

  1. Lorenzo gaat een beetje te wijd in bocht 1.
    Lorenzo runs in a little bit wide at Turn 1.
  2. Laat me je inwijden.
    Let me enlighten you.
  3. Ik ga ze vanavond inwijden.
    I 'll break them in tonight.
  4. Laten we het bad inwijden.
    Let 's christen the soaking tub.
  5. Je moet je nieuwe matras inwijden.
    You have to break in your new mattress.
  6. Opofferingen die het land aan onze Heer inwijden.
    Sacrifices consecrate the land to our lord.
  7. En ik wil dat rijk met een grote knal inwijden.
    And I want to inaugurate that empire with a big splash.
  8. Wij kunnen jullie inwijden in de weg van het Licht.
    We can offer you initiation into the way of the light.
  9. Misschien kun je me de volgende keer inwijden in je plannen.
    Maybe next time you can let me in on the plan.
  10. Gaat dat kleine meisje je inwijden in de geheimen der liefde?
    Will that little girl reveal the mysteries of love to you?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden