Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inwachten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingewacht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik wacht in
jij wacht in
hij wacht in
wij wachten in
jullie wachten in
zij wachten in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inwacht
dat jij inwacht
dat hij inwacht
dat wij inwachten
dat jullie inwachten
dat zij inwachten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingewacht
jij hebt ingewacht
hij heeft ingewacht
wij hebben ingewacht
jullie hebben ingewacht
zij hebben ingewacht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik wachtte in
jij wachtte in
hij wachtte in
wij wachtten in
jullie wachtten in
zij wachtten in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inwachtte
dat jij inwachtte
dat hij inwachtte
dat wij inwachtten
dat jullie inwachtten
dat zij inwachtten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingewacht
jij had ingewacht
hij had ingewacht
wij hadden ingewacht
jullie hadden ingewacht
zij hadden ingewacht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inwachten
jij zult inwachten
hij zal inwachten
wij zullen inwachten
jullie zullen inwachten
zij zullen inwachten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingewacht hebben
jij zult ingewacht hebben
hij zal ingewacht hebben
wij zullen ingewacht hebben
jullie zullen ingewacht hebben
zij zullen ingewacht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inwachten
jij zou inwachten
hij zou inwachten
wij zouden inwachten
jullie zouden inwachten
zij zouden inwachten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingewacht hebben
jij zou ingewacht hebben
hij zou ingewacht hebben
wij zouden ingewacht hebben
jullie zouden ingewacht hebben
zij zouden ingewacht hebben

Gebiedende wijs
wacht in

Aanvoegende wijs
inwachte

Voorbeelden

  1. Wacht, in Godsnaam.
    Wait, for God 's sake.
  2. Ik wacht in spanning.
    I 'm waiting; I 'm all ears.
  3. Vic, wacht in de...
    Vic, wait in the...
  4. Wacht in uw kamer.
    Wait in your room.
  5. Wacht in de gang.
    Wait in the corridor.
  6. Wacht in de keuken.
    Go wait in the kitchen.
  7. Wacht in je kamer.
    Wait in your room.
  8. Hij wacht in Rome.
    It 's waiting in Rome.
  9. Wacht in je kamer.
    Wait for me in your room.
  10. Wacht in het café.
    Wait in the café.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden