NL: involveren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
geïnvolveerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik involveer jij involveert hij involveert wij involveren jullie involveren zij involveren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geïnvolveerd jij hebt geïnvolveerd hij heeft geïnvolveerd wij hebben geïnvolveerd jullie hebben geïnvolveerd zij hebben geïnvolveerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik involveerde jij involveerde hij involveerde wij involveerden jullie involveerden zij involveerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geïnvolveerd jij had geïnvolveerd hij had geïnvolveerd wij hadden geïnvolveerd jullie hadden geïnvolveerd zij hadden geïnvolveerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal involveren jij zult involveren hij zal involveren wij zullen involveren jullie zullen involveren zij zullen involveren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geïnvolveerd hebben jij zult geïnvolveerd hebben hij zal geïnvolveerd hebben wij zullen geïnvolveerd hebben jullie zullen geïnvolveerd hebben zij zullen geïnvolveerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou involveren jij zou involveren hij zou involveren wij zouden involveren jullie zouden involveren zij zouden involveren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geïnvolveerd hebben jij zou geïnvolveerd hebben hij zou geïnvolveerd hebben wij zouden geïnvolveerd hebben jullie zouden geïnvolveerd hebben zij zouden geïnvolveerd hebben
|
Gebiedende wijs |
involveer
|
Aanvoegende wijs |
involvere |