Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: invliegen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingevlogen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vlieg in
jij vliegt in
hij vliegt in
wij vliegen in
jullie vliegen in
zij vliegen in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik invlieg
dat jij invliegt
dat hij invliegt
dat wij invliegen
dat jullie invliegen
dat zij invliegen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingevlogen
jij hebt ingevlogen
hij heeft ingevlogen
wij hebben ingevlogen
jullie hebben ingevlogen
zij hebben ingevlogen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vloog in
jij vloog in
hij vloog in
wij vlogen in
jullie vlogen in
zij vlogen in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik invloog
dat jij invloog
dat hij invloog
dat wij invlogen
dat jullie invlogen
dat zij invlogen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingevlogen
jij had ingevlogen
hij had ingevlogen
wij hadden ingevlogen
jullie hadden ingevlogen
zij hadden ingevlogen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal invliegen
jij zult invliegen
hij zal invliegen
wij zullen invliegen
jullie zullen invliegen
zij zullen invliegen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingevlogen hebben
jij zult ingevlogen hebben
hij zal ingevlogen hebben
wij zullen ingevlogen hebben
jullie zullen ingevlogen hebben
zij zullen ingevlogen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou invliegen
jij zou invliegen
hij zou invliegen
wij zouden invliegen
jullie zouden invliegen
zij zouden invliegen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingevlogen hebben
jij zou ingevlogen hebben
hij zou ingevlogen hebben
wij zouden ingevlogen hebben
jullie zouden ingevlogen hebben
zij zouden ingevlogen hebben

Gebiedende wijs
vlieg in

Aanvoegende wijs
invliege

Voorbeelden

  1. Een vlieg in de zalf.
    A fly in the ointment.
  2. Nee, ik vlieg in de ochtend.
    No, I fly out in the morning.
  3. Een vlieg in de collecteschaal, misschien?
    A fly in the collection plate, perhaps?
  4. Waar is die vlieg in hemelsnaam?
    Where the hell is this fly?
  5. Ben ik maar een vlieg in het gevangenisweb?
    I 'm just a fly in the web of the prison industrial complex?
  6. Kochten die vlieg in de laatste zes maanden.
    bought that fly in the last six months.
  7. Michael' s is daar precies een vlieg in melk.
    Michael 's like a flying and milking that place.
  8. Ik kan niet slapen met een vlieg in de kamer.
    I can 't go to sleep with a fly in the room.
  9. Een laser netwerk dat een vlieg in de kamer kan detecteren.
    A laser network that can detect a fly crossing the room.
  10. Had ik je al over die vlieg in m' n oor verteld?
    Did I tell you a bug flew in my ear today?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden