Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inviteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geïnviteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik inviteer
jij inviteert
hij inviteert
wij inviteren
jullie inviteren
zij inviteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geïnviteerd
jij hebt geïnviteerd
hij heeft geïnviteerd
wij hebben geïnviteerd
jullie hebben geïnviteerd
zij hebben geïnviteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik inviteerde
jij inviteerde
hij inviteerde
wij inviteerden
jullie inviteerden
zij inviteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geïnviteerd
jij had geïnviteerd
hij had geïnviteerd
wij hadden geïnviteerd
jullie hadden geïnviteerd
zij hadden geïnviteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inviteren
jij zult inviteren
hij zal inviteren
wij zullen inviteren
jullie zullen inviteren
zij zullen inviteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geïnviteerd hebben
jij zult geïnviteerd hebben
hij zal geïnviteerd hebben
wij zullen geïnviteerd hebben
jullie zullen geïnviteerd hebben
zij zullen geïnviteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inviteren
jij zou inviteren
hij zou inviteren
wij zouden inviteren
jullie zouden inviteren
zij zouden inviteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geïnviteerd hebben
jij zou geïnviteerd hebben
hij zou geïnviteerd hebben
wij zouden geïnviteerd hebben
jullie zouden geïnviteerd hebben
zij zouden geïnviteerd hebben

Gebiedende wijs
inviteer

Aanvoegende wijs
invitere

Voorbeelden

  1. Inviteer en verhoog 200.
    Call and raise $ 200.
  2. Inviteer me bij je team.
    Invite me on your team.
  3. Ik wil jullie inviteren vanavond.
    Just wanted to invite you all over tonight.
  4. Bedankt om mij te inviteren.
    Thanks for me inviteren.
  5. De kind van ieder senator inviteren?
    The child of every senator enlisting?
  6. Ik had Lucas niet mogen inviteren.
    I knew I shouldn 't have invited Lucas.
  7. Waarom ze ze iemand inviteren die niet kan dansen?
    And why would she invite a man who cannot dance?
  8. En als ze ons beiden inviteren, weten ze het waarschijnlijk.
    And if they invited us both, then they probably know.
  9. Ik vind dat je Mama Sunshine en haar familie moet inviteren.
    I think you should invite Mama Sunshine and her family also.
  10. De zusters wilden je onmiddellijk inviteren omdat je ouders in Ceylon wonen.
    The Sisters couldn 't invite you fast enough when I told them your parents live in Ceylon.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden