Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: introeven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingetroefd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik troef in
jij troeft in
hij troeft in
wij troeven in
jullie troeven in
zij troeven in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik introef
dat jij introeft
dat hij introeft
dat wij introeven
dat jullie introeven
dat zij introeven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingetroefd
jij hebt ingetroefd
hij heeft ingetroefd
wij hebben ingetroefd
jullie hebben ingetroefd
zij hebben ingetroefd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik troefde in
jij troefde in
hij troefde in
wij troefden in
jullie troefden in
zij troefden in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik introefde
dat jij introefde
dat hij introefde
dat wij introefden
dat jullie introefden
dat zij introefden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingetroefd
jij had ingetroefd
hij had ingetroefd
wij hadden ingetroefd
jullie hadden ingetroefd
zij hadden ingetroefd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal introeven
jij zult introeven
hij zal introeven
wij zullen introeven
jullie zullen introeven
zij zullen introeven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingetroefd hebben
jij zult ingetroefd hebben
hij zal ingetroefd hebben
wij zullen ingetroefd hebben
jullie zullen ingetroefd hebben
zij zullen ingetroefd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou introeven
jij zou introeven
hij zou introeven
wij zouden introeven
jullie zouden introeven
zij zouden introeven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingetroefd hebben
jij zou ingetroefd hebben
hij zou ingetroefd hebben
wij zouden ingetroefd hebben
jullie zouden ingetroefd hebben
zij zouden ingetroefd hebben

Gebiedende wijs
troef in

Aanvoegende wijs
introeve

Voorbeelden

  1. Onze top troef in Balochistan.
    Our top asset in Balochistan.
  2. We hebben een Inhuman troef in Miami...
    We have an Inhuman asset in Miami...
  3. Pissant' s onze troef in het hol.
    Pissant 's our ace in the hole.
  4. Ik geef je geen troef in handen.
    I 'm not gonna hand you the knife.
  5. Ik ben uw enige troef in deze situatie.
    I am the only advantage in this situation.
  6. De vraag is... Welke heeft de beste troef in handen?
    So the question is... which one trumps the other?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden