Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: interpreteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geïnterpreteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik interpreteer
jij interpreteert
hij interpreteert
wij interpreteren
jullie interpreteren
zij interpreteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geïnterpreteerd
jij hebt geïnterpreteerd
hij heeft geïnterpreteerd
wij hebben geïnterpreteerd
jullie hebben geïnterpreteerd
zij hebben geïnterpreteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik interpreteerde
jij interpreteerde
hij interpreteerde
wij interpreteerden
jullie interpreteerden
zij interpreteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geïnterpreteerd
jij had geïnterpreteerd
hij had geïnterpreteerd
wij hadden geïnterpreteerd
jullie hadden geïnterpreteerd
zij hadden geïnterpreteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal interpreteren
jij zult interpreteren
hij zal interpreteren
wij zullen interpreteren
jullie zullen interpreteren
zij zullen interpreteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geïnterpreteerd hebben
jij zult geïnterpreteerd hebben
hij zal geïnterpreteerd hebben
wij zullen geïnterpreteerd hebben
jullie zullen geïnterpreteerd hebben
zij zullen geïnterpreteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou interpreteren
jij zou interpreteren
hij zou interpreteren
wij zouden interpreteren
jullie zouden interpreteren
zij zouden interpreteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geïnterpreteerd hebben
jij zou geïnterpreteerd hebben
hij zou geïnterpreteerd hebben
wij zouden geïnterpreteerd hebben
jullie zouden geïnterpreteerd hebben
zij zouden geïnterpreteerd hebben

Gebiedende wijs
interpreteer

Aanvoegende wijs
interpretere

Voorbeelden

  1. Interpreteer de resultaten.
    Interpretation of experimental data.
  2. Zo interpreteer ik het.
    That 's how I choose to interpret it.
  3. Misschien interpreteer je het verkeerd.
    Perhaps you 've cast it wrong.
  4. Dan interpreteer je' t verkeerd.
    Then you 're reading it wrong.
  5. Ik interpreteer je zwijgen als toestemmen.
    I interpreted your silence as consent.
  6. Ik interpreteer dat als een allegorie.
    I will produce subject allegorical.
  7. Ik interpreteer de woorden van de goden al jaren.
    I have been interpreting the word of the gods for many years.
  8. Boer, vergeef me als ik de data verkeerd interpreteer.
    Farmer, correct me if I 'm misreading the data.
  9. Vertalen, niet interpreteren.
    Translate, don 't interpret.
  10. Ik kan interpreteren, Clive.
    I can interpret, Clive.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden