Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: internetten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geïnternet

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik internet
jij internet
hij internet
wij internetten
jullie internetten
zij internetten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geïnternet
jij hebt geïnternet
hij heeft geïnternet
wij hebben geïnternet
jullie hebben geïnternet
zij hebben geïnternet

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik internette
jij internette
hij internette
wij internetten
jullie internetten
zij internetten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geïnternet
jij had geïnternet
hij had geïnternet
wij hadden geïnternet
jullie hadden geïnternet
zij hadden geïnternet

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal internetten
jij zult internetten
hij zal internetten
wij zullen internetten
jullie zullen internetten
zij zullen internetten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geïnternet hebben
jij zult geïnternet hebben
hij zal geïnternet hebben
wij zullen geïnternet hebben
jullie zullen geïnternet hebben
zij zullen geïnternet hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou internetten
jij zou internetten
hij zou internetten
wij zouden internetten
jullie zouden internetten
zij zouden internetten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geïnternet hebben
jij zou geïnternet hebben
hij zou geïnternet hebben
wij zouden geïnternet hebben
jullie zouden geïnternet hebben
zij zouden geïnternet hebben

Gebiedende wijs
internet

Aanvoegende wijs
internette

Voorbeelden

  1. Internet, luchtvaart.
    Internet, air traffic.
  2. Internet-pedofilie.
    Internet paedophilia.
  3. Internet zoekopdrachten.
    Internet searches.
  4. Internet, vanzelfsprekend.
    Internet, obviously.
  5. Verbindt het Internet met de internet gebruikers.
    Connects the Internet to Internet users.
  6. Krijg je internet?
    Do you get the Internet?
  7. Ze wilde internet.
    She wanted Internet.
  8. Welkom op internet.
    Yeah! Welcome to the Internet.
  9. We hebben internet.
    We have internet.
  10. Het internet ontplofte.
    The Internet exploded.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden