Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: interfacen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geïnterfacet

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik interface
jij interfacet
hij interfacet
wij interfacen
jullie interfacen
zij interfacen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geïnterfacet
jij hebt geïnterfacet
hij heeft geïnterfacet
wij hebben geïnterfacet
jullie hebben geïnterfacet
zij hebben geïnterfacet

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik interfacete
jij interfacete
hij interfacete
wij interfaceten
jullie interfaceten
zij interfaceten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geïnterfacet
jij had geïnterfacet
hij had geïnterfacet
wij hadden geïnterfacet
jullie hadden geïnterfacet
zij hadden geïnterfacet

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal interfacen
jij zult interfacen
hij zal interfacen
wij zullen interfacen
jullie zullen interfacen
zij zullen interfacen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geïnterfacet hebben
jij zult geïnterfacet hebben
hij zal geïnterfacet hebben
wij zullen geïnterfacet hebben
jullie zullen geïnterfacet hebben
zij zullen geïnterfacet hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou interfacen
jij zou interfacen
hij zou interfacen
wij zouden interfacen
jullie zouden interfacen
zij zouden interfacen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geïnterfacet hebben
jij zou geïnterfacet hebben
hij zou geïnterfacet hebben
wij zouden geïnterfacet hebben
jullie zouden geïnterfacet hebben
zij zouden geïnterfacet hebben

Gebiedende wijs
interface

Aanvoegende wijs
interface

Voorbeelden

  1. Interface hiermee.
    Interface with this.
  2. Activering interface.
    Activating interface.
  3. De interface stoel.
    The neural interface chair.
  4. De interface heeft...
    The interface has several...
  5. Neuraal interface systeem.
    A neural interface system.
  6. mens-machine-interface
    human-machine interface
  7. De interface reageert niet.
    The interface is not responding.
  8. Ben jij de Interface?
    You 're the Interface?
  9. Ik bestudeerde hun interface.
    I was studying the terminal interface systems.
  10. De interface reageert op hitte.
    The interface is hot-swappable.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden