1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. interesseren

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: interesseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geïnteresseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik interesseer me
jij interesseert je
hij interesseert zich
wij interesseren ons
jullie interesseren je
zij interesseren zich

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik me interesseer
dat jij je interesseert
dat hij zich interesseert
dat wij ons interesseren
dat jullie je interesseren
dat zij zich interesseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb me geïnteresseerd
jij hebt je geïnteresseerd
hij heeft zich geïnteresseerd
wij hebben ons geïnteresseerd
jullie hebben je geïnteresseerd
zij hebben zich geïnteresseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik interesseerde me
jij interesseerde je
hij interesseerde zich
wij interesseerden ons
jullie interesseerden je
zij interesseerden zich

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik me interesseerde
dat jij je interesseerde
dat hij zich interesseerde
dat wij ons interesseerden
dat jullie je interesseerden
dat zij zich interesseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had me geïnteresseerd
jij had je geïnteresseerd
hij had zich geïnteresseerd
wij hadden ons geïnteresseerd
jullie hadden je geïnteresseerd
zij hadden zich geïnteresseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal me interesseren
jij zult je interesseren
hij zal zich interesseren
wij zullen ons interesseren
jullie zullen je interesseren
zij zullen zich interesseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal me geïnteresseerd hebben
jij zult je geïnteresseerd hebben
hij zal zich geïnteresseerd hebben
wij zullen ons geïnteresseerd hebben
jullie zullen je geïnteresseerd hebben
zij zullen zich geïnteresseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou me interesseren
jij zou je interesseren
hij zou zich interesseren
wij zouden ons interesseren
jullie zouden je interesseren
zij zouden zich interesseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou me geïnteresseerd hebben
jij zou je geïnteresseerd hebben
hij zou zich geïnteresseerd hebben
wij zouden ons geïnteresseerd hebben
jullie zouden je geïnteresseerd hebben
zij zouden zich geïnteresseerd hebben

Gebiedende wijs
interesseer

Aanvoegende wijs
interessere

Voorbeelden

  1. Ik interesseer me niet voor...
    I don 't care about...
  2. Ik interesseer me nu voor planten.
    You? I 've acquired an interest over the years.
  3. Ik interesseer me al lang voor tijdreizigers.
    I 've long been interested in the notion of time travellers.
  4. Ik interesseer me voor reële realiteit, geen kunstmatige realiteit.
    I 'm into reality reality, not this artificial reality.
  5. Echt, ik interesseer me nog steeds niet voor meisjes.
    I 'm still not bothered about girls, really.
  6. Lieverd, Lambare, ik interesseer me niet voor Lambare of zijn vader Ambare.
    My darling. Lambare, I don 't care about Lambare or his father Ambare.
  7. Interesseren me niet.
    It makes no difference.
  8. Interesseren bloemen u?
    Are you interested in flowers?
  9. Benen interesseren me niet.
    Legs are not important.
  10. Dit zal je interesseren.
    Take a look at this.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try