Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: interen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingeteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik teer in
jij teert in
hij teert in
wij teren in
jullie teren in
zij teren in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inteer
dat jij inteert
dat hij inteert
dat wij interen
dat jullie interen
dat zij interen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingeteerd
jij hebt ingeteerd
hij heeft ingeteerd
wij hebben ingeteerd
jullie hebben ingeteerd
zij hebben ingeteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik teerde in
jij teerde in
hij teerde in
wij teerden in
jullie teerden in
zij teerden in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inteerde
dat jij inteerde
dat hij inteerde
dat wij inteerden
dat jullie inteerden
dat zij inteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingeteerd
jij had ingeteerd
hij had ingeteerd
wij hadden ingeteerd
jullie hadden ingeteerd
zij hadden ingeteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal interen
jij zult interen
hij zal interen
wij zullen interen
jullie zullen interen
zij zullen interen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingeteerd hebben
jij zult ingeteerd hebben
hij zal ingeteerd hebben
wij zullen ingeteerd hebben
jullie zullen ingeteerd hebben
zij zullen ingeteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou interen
jij zou interen
hij zou interen
wij zouden interen
jullie zouden interen
zij zouden interen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingeteerd hebben
jij zou ingeteerd hebben
hij zou ingeteerd hebben
wij zouden ingeteerd hebben
jullie zouden ingeteerd hebben
zij zouden ingeteerd hebben

Gebiedende wijs
teer in

Aanvoegende wijs
intere

Voorbeelden

  1. Je moet het interen.
    You need to tar it.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden