Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: integreren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geïntegreerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik integreer
jij integreert
hij integreert
wij integreren
jullie integreren
zij integreren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geïntegreerd
jij hebt geïntegreerd
hij heeft geïntegreerd
wij hebben geïntegreerd
jullie hebben geïntegreerd
zij hebben geïntegreerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik integreerde
jij integreerde
hij integreerde
wij integreerden
jullie integreerden
zij integreerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geïntegreerd
jij had geïntegreerd
hij had geïntegreerd
wij hadden geïntegreerd
jullie hadden geïntegreerd
zij hadden geïntegreerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal integreren
jij zult integreren
hij zal integreren
wij zullen integreren
jullie zullen integreren
zij zullen integreren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geïntegreerd hebben
jij zult geïntegreerd hebben
hij zal geïntegreerd hebben
wij zullen geïntegreerd hebben
jullie zullen geïntegreerd hebben
zij zullen geïntegreerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou integreren
jij zou integreren
hij zou integreren
wij zouden integreren
jullie zouden integreren
zij zouden integreren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geïntegreerd hebben
jij zou geïntegreerd hebben
hij zou geïntegreerd hebben
wij zouden geïntegreerd hebben
jullie zouden geïntegreerd hebben
zij zouden geïntegreerd hebben

Gebiedende wijs
integreer

Aanvoegende wijs
integrere

Voorbeelden

  1. lk integreer zoveel als ik wil.
    l integrate as much as I want to.
  2. We zeggen hen, integreer of vertrek!
    We say to them, become integrated or traveling!
  3. Maar ik-ik voel dat ik me beter integreer... met de mannen in het huis.
    But I-I feel that I am integrating with the men at the house more now.
  4. We moeten integreren.
    We need to blend.
  5. Ze kunnen daar niet integreren.
    There 's a lack of integrity.
  6. Ik ga beide bemanningen integreren.
    I 'm going to integrate the crews.
  7. Dat is omdat ze zich integreren, Tobias.
    They 're successful because they blend in, Tobias.
  8. Hij weet niet hoe hij moet integreren.
    He still has no idea how to integrate.
  9. Een monster kun je niet re-integreren.
    You can 't rehab a monster!
  10. Ik ga mij integreren in uw beveiliging.
    I 'm joining your security detail.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden