Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: instoppen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingestopt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stop in
jij stopt in
hij stopt in
wij stoppen in
jullie stoppen in
zij stoppen in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik instop
dat jij instopt
dat hij instopt
dat wij instoppen
dat jullie instoppen
dat zij instoppen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingestopt
jij hebt ingestopt
hij heeft ingestopt
wij hebben ingestopt
jullie hebben ingestopt
zij hebben ingestopt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stopte in
jij stopte in
hij stopte in
wij stopten in
jullie stopten in
zij stopten in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik instopte
dat jij instopte
dat hij instopte
dat wij instopten
dat jullie instopten
dat zij instopten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingestopt
jij had ingestopt
hij had ingestopt
wij hadden ingestopt
jullie hadden ingestopt
zij hadden ingestopt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal instoppen
jij zult instoppen
hij zal instoppen
wij zullen instoppen
jullie zullen instoppen
zij zullen instoppen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingestopt hebben
jij zult ingestopt hebben
hij zal ingestopt hebben
wij zullen ingestopt hebben
jullie zullen ingestopt hebben
zij zullen ingestopt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou instoppen
jij zou instoppen
hij zou instoppen
wij zouden instoppen
jullie zouden instoppen
zij zouden instoppen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingestopt hebben
jij zou ingestopt hebben
hij zou ingestopt hebben
wij zouden ingestopt hebben
jullie zouden ingestopt hebben
zij zouden ingestopt hebben

Gebiedende wijs
stop in

Aanvoegende wijs
instoppe

Voorbeelden

  1. Stop, in Godsnaam!
    Stop, for Christ 's sake!
  2. Stop, in Godsnaam, Jones!
    Stop it, for heaven 's sake, Jones!
  3. Adam, stop, in orde?
    Adam, stop, all right?
  4. Stop in je rugzak.
    Put it in your rucksack.
  5. Stop in naam der wet!
    Stop in the name of the law!
  6.  Stop, in naam der wet.
    Stop, in the name of law.
  7. Stop in je mond, Dave.
    Just put one in your mouth, Dave!
  8. Een korte stop in de strijd.
    Brief surcease from struggle.
  9. En nog een stop in Chicago.
    Another one in Chicago.
  10. Leo wil een stop in Florida.
    Leo thinks we need a stop in Florida.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden