Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: institueren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geïnstitueerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik institueer
jij institueert
hij institueert
wij institueren
jullie institueren
zij institueren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geïnstitueerd
jij hebt geïnstitueerd
hij heeft geïnstitueerd
wij hebben geïnstitueerd
jullie hebben geïnstitueerd
zij hebben geïnstitueerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik institueerde
jij institueerde
hij institueerde
wij institueerden
jullie institueerden
zij institueerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geïnstitueerd
jij had geïnstitueerd
hij had geïnstitueerd
wij hadden geïnstitueerd
jullie hadden geïnstitueerd
zij hadden geïnstitueerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal institueren
jij zult institueren
hij zal institueren
wij zullen institueren
jullie zullen institueren
zij zullen institueren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geïnstitueerd hebben
jij zult geïnstitueerd hebben
hij zal geïnstitueerd hebben
wij zullen geïnstitueerd hebben
jullie zullen geïnstitueerd hebben
zij zullen geïnstitueerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou institueren
jij zou institueren
hij zou institueren
wij zouden institueren
jullie zouden institueren
zij zouden institueren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geïnstitueerd hebben
jij zou geïnstitueerd hebben
hij zou geïnstitueerd hebben
wij zouden geïnstitueerd hebben
jullie zouden geïnstitueerd hebben
zij zouden geïnstitueerd hebben

Gebiedende wijs
institueer

Aanvoegende wijs
instituere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden