Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: insteken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingestoken

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik steek in
jij steekt in
hij steekt in
wij steken in
jullie steken in
zij steken in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik insteek
dat jij insteekt
dat hij insteekt
dat wij insteken
dat jullie insteken
dat zij insteken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingestoken
jij hebt ingestoken
hij heeft ingestoken
wij hebben ingestoken
jullie hebben ingestoken
zij hebben ingestoken

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stak in
jij stak in
hij stak in
wij staken in
jullie staken in
zij staken in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik instak
dat jij instak
dat hij instak
dat wij instaken
dat jullie instaken
dat zij instaken

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingestoken
jij had ingestoken
hij had ingestoken
wij hadden ingestoken
jullie hadden ingestoken
zij hadden ingestoken

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal insteken
jij zult insteken
hij zal insteken
wij zullen insteken
jullie zullen insteken
zij zullen insteken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingestoken hebben
jij zult ingestoken hebben
hij zal ingestoken hebben
wij zullen ingestoken hebben
jullie zullen ingestoken hebben
zij zullen ingestoken hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou insteken
jij zou insteken
hij zou insteken
wij zouden insteken
jullie zouden insteken
zij zouden insteken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingestoken hebben
jij zou ingestoken hebben
hij zou ingestoken hebben
wij zouden ingestoken hebben
jullie zouden ingestoken hebben
zij zouden ingestoken hebben

Gebiedende wijs
steek in

Aanvoegende wijs
insteke

Voorbeelden

  1. Steek in zijn oog.
    Hit the eye! The eye!
  2. De steek in je zij?
    The stitch in your side?
  3. Ik steek in een lekkere bonbon.
    I put it in this nice bonbon.
  4. Het houdt geen steek in de rechtbank.
    Wouldn 't stand up in court.
  5. Hé, iedereen, steek in sok in je bek.
    Hey, everyone, jam a sock in your spit faucets.
  6. Ze liet me in de steek in Oz.
    She kind of bailed on me back in Oz.
  7. De steek in het linker ventrikel heeft hem gedood.
    The stab to the left ventricle is what killed him.
  8. Dat houdt geen steek in de rechtszaal na 25 jaar.
    Can ´ t go to court using evidence gained from hypnosis 25 years after the fact.
  9. Richard Crawford is overleden door een steek in het hart.
    Richard Crawford died of a fully penetrated wound to the heart.
  10. Jij liet' n zwangere vrouw in de steek in een vreemd land?
    You abandon a pregnant woman in a land that is not her own while you run for it?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden