Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inslaan

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingeslagen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik sla in
jij slaat in
hij slaat in
wij slaan in
jullie slaan in
zij slaan in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik insla
dat jij inslaat
dat hij inslaat
dat wij inslaan
dat jullie inslaan
dat zij inslaan

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingeslagen
jij hebt ingeslagen
hij heeft ingeslagen
wij hebben ingeslagen
jullie hebben ingeslagen
zij hebben ingeslagen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik sloeg in
jij sloeg in
hij sloeg in
wij sloegen in
jullie sloegen in
zij sloegen in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik insloeg
dat jij insloeg
dat hij insloeg
dat wij insloegen
dat jullie insloegen
dat zij insloegen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingeslagen
jij had ingeslagen
hij had ingeslagen
wij hadden ingeslagen
jullie hadden ingeslagen
zij hadden ingeslagen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inslaan
jij zult inslaan
hij zal inslaan
wij zullen inslaan
jullie zullen inslaan
zij zullen inslaan

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingeslagen hebben
jij zult ingeslagen hebben
hij zal ingeslagen hebben
wij zullen ingeslagen hebben
jullie zullen ingeslagen hebben
zij zullen ingeslagen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inslaan
jij zou inslaan
hij zou inslaan
wij zouden inslaan
jullie zouden inslaan
zij zouden inslaan

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingeslagen hebben
jij zou ingeslagen hebben
hij zou ingeslagen hebben
wij zouden ingeslagen hebben
jullie zouden ingeslagen hebben
zij zouden ingeslagen hebben

Gebiedende wijs
sla in

Aanvoegende wijs
insla

Voorbeelden

  1. Ik sla in je gezicht.
    I 'll smack your face.
  2. Je kunt hier beter wat sla in doen.
    You might want to stick some lettuce or something in there.
  3. Ik sla in het algmeen geen vrouwen, Chloe.
    I 'd never hit a woman generally, Chloe.
  4. Ja, ze wil dat ik haar sla in bed... Het is ziekelijk.
    Yeah, she wants me to spank her in bed- - it 's sick.
  5. Als je iemand wil slaan, sla in zijn ballen, niet in zijn gezicht.
    When you hit someone, aim the scrotum, not the face.
  6. Als je honger krijgt, er is koude kip, sla in de ijskast, en chocoladecake.
    If you get hungry, there 's cold chicken, salad in the icebox, and chocolate cake.
  7. We moeten inslaan.
    We have to stock up.
  8. Loog, tanden inslaan?
    Lye, smashing of the teeth?
  9. We moeten inslaan.
    We gotta stock up.
  10. De meteoor gaat inslaan.
    The meteor 's going to hit.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden