Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inserten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geïnsert

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik insert
jij insert
hij insert
wij inserten
jullie inserten
zij inserten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geïnsert
jij hebt geïnsert
hij heeft geïnsert
wij hebben geïnsert
jullie hebben geïnsert
zij hebben geïnsert

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik insertte
jij insertte
hij insertte
wij insertten
jullie insertten
zij insertten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geïnsert
jij had geïnsert
hij had geïnsert
wij hadden geïnsert
jullie hadden geïnsert
zij hadden geïnsert

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inserten
jij zult inserten
hij zal inserten
wij zullen inserten
jullie zullen inserten
zij zullen inserten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geïnsert hebben
jij zult geïnsert hebben
hij zal geïnsert hebben
wij zullen geïnsert hebben
jullie zullen geïnsert hebben
zij zullen geïnsert hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inserten
jij zou inserten
hij zou inserten
wij zouden inserten
jullie zouden inserten
zij zouden inserten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geïnsert hebben
jij zou geïnsert hebben
hij zou geïnsert hebben
wij zouden geïnsert hebben
jullie zouden geïnsert hebben
zij zouden geïnsert hebben

Gebiedende wijs
insert

Aanvoegende wijs
inserte

Voorbeelden

  1. De houtafwerking, de hardware, de grootte, het beddengoed, het kussen insert, weet je.
    The wood finish, the hardware, the size, the bedding, the pillow insert, you know.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden