Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inrukken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingerukt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ruk in
jij rukt in
hij rukt in
wij rukken in
jullie rukken in
zij rukken in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inruk
dat jij inrukt
dat hij inrukt
dat wij inrukken
dat jullie inrukken
dat zij inrukken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingerukt
jij hebt ingerukt
hij heeft ingerukt
wij hebben ingerukt
jullie hebben ingerukt
zij hebben ingerukt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik rukte in
jij rukte in
hij rukte in
wij rukten in
jullie rukten in
zij rukten in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inrukte
dat jij inrukte
dat hij inrukte
dat wij inrukten
dat jullie inrukten
dat zij inrukten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingerukt
jij had ingerukt
hij had ingerukt
wij hadden ingerukt
jullie hadden ingerukt
zij hadden ingerukt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inrukken
jij zult inrukken
hij zal inrukken
wij zullen inrukken
jullie zullen inrukken
zij zullen inrukken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingerukt hebben
jij zult ingerukt hebben
hij zal ingerukt hebben
wij zullen ingerukt hebben
jullie zullen ingerukt hebben
zij zullen ingerukt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inrukken
jij zou inrukken
hij zou inrukken
wij zouden inrukken
jullie zouden inrukken
zij zouden inrukken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingerukt hebben
jij zou ingerukt hebben
hij zou ingerukt hebben
wij zouden ingerukt hebben
jullie zouden ingerukt hebben
zij zouden ingerukt hebben

Gebiedende wijs
ruk in

Aanvoegende wijs
inrukke

Voorbeelden

  1. Brandweer, ruk in!
    Fire brigade, move in!
  2. Inrukken, inrukken.
    Move in, move in.
  3. inrukken
    fall out
  4. Inrukken, luitenant.
    Stand down, Lieutenant!
  5. Scherpschutters inrukken!
    Snipers dismissed!
  6. Jij kunt inrukken.
    You 're dismissed.
  7. Laat de troepen inrukken!
    Dismiss the troops!
  8. Laat ze inrukken, korporaal.
    Move them out, Corporal.
  9. Goed, korporaal, laat ze inrukken!
    All right, Corporal, fall them out!
  10. Ik herhaal, alle eenheden, inrukken.
    I repeat, all units, stand down.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden