Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inramen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingeraamd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik raam in
jij raamt in
hij raamt in
wij ramen in
jullie ramen in
zij ramen in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inraam
dat jij inraamt
dat hij inraamt
dat wij inramen
dat jullie inramen
dat zij inramen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingeraamd
jij hebt ingeraamd
hij heeft ingeraamd
wij hebben ingeraamd
jullie hebben ingeraamd
zij hebben ingeraamd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik raamde in
jij raamde in
hij raamde in
wij raamden in
jullie raamden in
zij raamden in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inraamde
dat jij inraamde
dat hij inraamde
dat wij inraamden
dat jullie inraamden
dat zij inraamden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingeraamd
jij had ingeraamd
hij had ingeraamd
wij hadden ingeraamd
jullie hadden ingeraamd
zij hadden ingeraamd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inramen
jij zult inramen
hij zal inramen
wij zullen inramen
jullie zullen inramen
zij zullen inramen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingeraamd hebben
jij zult ingeraamd hebben
hij zal ingeraamd hebben
wij zullen ingeraamd hebben
jullie zullen ingeraamd hebben
zij zullen ingeraamd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inramen
jij zou inramen
hij zou inramen
wij zouden inramen
jullie zouden inramen
zij zouden inramen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingeraamd hebben
jij zou ingeraamd hebben
hij zou ingeraamd hebben
wij zouden ingeraamd hebben
jullie zouden ingeraamd hebben
zij zouden ingeraamd hebben

Gebiedende wijs
raam in

Aanvoegende wijs
inrame

Voorbeelden

  1. Hij gooide ons raam in.
    He broke our window.
  2. Het raam in de douche.
    The window in the shower.
  3. Hij sloeg haar raam in.
    Bashed in her window.
  4. Hou het raam in de gaten!
    Sort out the window!
  5. Raam in de keuken is opengebroken.
    Kitchen window ´ s broken.
  6. Er zit een raam in de capsule.
    there 's a window in the capsule.
  7. Er zit een mooi raam in de...
    I love that window back in the...
  8. er is een raam in de badkamer.
    There 's a window in the bathroom.
  9. Misschien is er een raam in de badkamer.
    Maybe there 's a window in the bathroom.
  10. Het is het raam in de tweede fase.
    It 's the window in the second stage.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden