Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inperken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingeperkt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik perk in
jij perkt in
hij perkt in
wij perken in
jullie perken in
zij perken in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inperk
dat jij inperkt
dat hij inperkt
dat wij inperken
dat jullie inperken
dat zij inperken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingeperkt
jij hebt ingeperkt
hij heeft ingeperkt
wij hebben ingeperkt
jullie hebben ingeperkt
zij hebben ingeperkt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik perkte in
jij perkte in
hij perkte in
wij perkten in
jullie perkten in
zij perkten in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inperkte
dat jij inperkte
dat hij inperkte
dat wij inperkten
dat jullie inperkten
dat zij inperkten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingeperkt
jij had ingeperkt
hij had ingeperkt
wij hadden ingeperkt
jullie hadden ingeperkt
zij hadden ingeperkt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inperken
jij zult inperken
hij zal inperken
wij zullen inperken
jullie zullen inperken
zij zullen inperken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingeperkt hebben
jij zult ingeperkt hebben
hij zal ingeperkt hebben
wij zullen ingeperkt hebben
jullie zullen ingeperkt hebben
zij zullen ingeperkt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inperken
jij zou inperken
hij zou inperken
wij zouden inperken
jullie zouden inperken
zij zouden inperken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingeperkt hebben
jij zou ingeperkt hebben
hij zou ingeperkt hebben
wij zouden ingeperkt hebben
jullie zouden ingeperkt hebben
zij zouden ingeperkt hebben

Gebiedende wijs
perk in

Aanvoegende wijs
inperke

Voorbeelden

  1. Kan je het inperken?
    Can you contain it?
  2. Als we de lijst inperken.
    Let 's narrow the list.
  3. We gaan het wat inperken.
    Let 's narrow this down.
  4. En nog veel meer als we de audio inperken.
    Much more if we restrict the audio.
  5. Vertel mij iets over het gedrag wat je wil inperken.
    Tell me about the behavior you want to curtail.
  6. We gaan Emma' s privileges de komende paar weken inperken.
    We will be curtailing Emma 's privileges for the next few weeks.
  7. Het enige dat telt is de snelheid waarmee we dit kunnen inperken.
    The only thing that matters right now is how quickly we contain this.
  8. Hij dacht dat ik de stijl van z' n zus wilde inperken.
    Thought I was trying to cramp his sister 's style.
  9. We doen verder met Trygve en zien of we het kunnen inperken.
    We 'll continue with Trygve and see if we can narrow it down.
  10. we zullen alle 78 locaties in beeld brengen totdat we hun doelwit kunnen inperken.
    Then we 'll have to monitor all 78 locations until we can narrow down their next target.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden