Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inpeperen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingepeperd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik peper in
jij pepert in
hij pepert in
wij peperen in
jullie peperen in
zij peperen in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inpeper
dat jij inpepert
dat hij inpepert
dat wij inpeperen
dat jullie inpeperen
dat zij inpeperen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingepeperd
jij hebt ingepeperd
hij heeft ingepeperd
wij hebben ingepeperd
jullie hebben ingepeperd
zij hebben ingepeperd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik peperde in
jij peperde in
hij peperde in
wij peperden in
jullie peperden in
zij peperden in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inpeperde
dat jij inpeperde
dat hij inpeperde
dat wij inpeperden
dat jullie inpeperden
dat zij inpeperden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingepeperd
jij had ingepeperd
hij had ingepeperd
wij hadden ingepeperd
jullie hadden ingepeperd
zij hadden ingepeperd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inpeperen
jij zult inpeperen
hij zal inpeperen
wij zullen inpeperen
jullie zullen inpeperen
zij zullen inpeperen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingepeperd hebben
jij zult ingepeperd hebben
hij zal ingepeperd hebben
wij zullen ingepeperd hebben
jullie zullen ingepeperd hebben
zij zullen ingepeperd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inpeperen
jij zou inpeperen
hij zou inpeperen
wij zouden inpeperen
jullie zouden inpeperen
zij zouden inpeperen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingepeperd hebben
jij zou ingepeperd hebben
hij zou ingepeperd hebben
wij zouden ingepeperd hebben
jullie zouden ingepeperd hebben
zij zouden ingepeperd hebben

Gebiedende wijs
peper in

Aanvoegende wijs
inpepere

Voorbeelden

  1. Ze heeft peper in haar kont.
    She has fire in her belly.
  2. Geen van allen had peper in hun achterste.
    Not one of them has any fire in the belly.
  3. Misschien heb je te veel peper in de paprika gedaan.
    Maybe you put too much pepper in the peppers.
  4. In dat verschrikkelijke restaurant waar je rode peper in je oog wreef.
    It was that terrible restaurant where you rubbed the red pepper in your eye.
  5. Je wilde me inpeperen.
    Who tried to ambush me.
  6. En dat zal ik hem altijd blijven inpeperen.
    Then I 'm gonna dine on that shared knowledge for a lifetime.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden