Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inpalmen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingepalmd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik palm in
jij palmt in
hij palmt in
wij palmen in
jullie palmen in
zij palmen in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inpalm
dat jij inpalmt
dat hij inpalmt
dat wij inpalmen
dat jullie inpalmen
dat zij inpalmen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingepalmd
jij hebt ingepalmd
hij heeft ingepalmd
wij hebben ingepalmd
jullie hebben ingepalmd
zij hebben ingepalmd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik palmde in
jij palmde in
hij palmde in
wij palmden in
jullie palmden in
zij palmden in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inpalmde
dat jij inpalmde
dat hij inpalmde
dat wij inpalmden
dat jullie inpalmden
dat zij inpalmden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingepalmd
jij had ingepalmd
hij had ingepalmd
wij hadden ingepalmd
jullie hadden ingepalmd
zij hadden ingepalmd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inpalmen
jij zult inpalmen
hij zal inpalmen
wij zullen inpalmen
jullie zullen inpalmen
zij zullen inpalmen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingepalmd hebben
jij zult ingepalmd hebben
hij zal ingepalmd hebben
wij zullen ingepalmd hebben
jullie zullen ingepalmd hebben
zij zullen ingepalmd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inpalmen
jij zou inpalmen
hij zou inpalmen
wij zouden inpalmen
jullie zouden inpalmen
zij zouden inpalmen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingepalmd hebben
jij zou ingepalmd hebben
hij zou ingepalmd hebben
wij zouden ingepalmd hebben
jullie zouden ingepalmd hebben
zij zouden ingepalmd hebben

Gebiedende wijs
palm in

Aanvoegende wijs
inpalme

Voorbeelden

  1. Palm in het Gezicht.
    Palm in the Face.
  2. Ze zal de jury inpalmen.
    Jury 's gonna love her.
  3. Kan je het niet inpalmen?
    Can 't you appropriate it?
  4. Je hebt je laten inpalmen.
    You 've been taken in... I haven 't.
  5. Misschien moet ik de parkeerwachter inpalmen.
    I may have to flirt my way out of a ticket.
  6. Ali, liefje, laat je niet inpalmen.
    Ali, honey, please don 't give in.
  7. Maar laat je niet door Lindsay inpalmen.
    Just don 't let this thing with Lindsay confine you.
  8. Ze is hem flink aan het inpalmen.
    She 's really chatting him up over there.
  9. Restaurants, bioscopen. Overal waar je een lelijkerd kunt inpalmen.
    Restaurants, movies, catch an ugly broad with her guard down.
  10. Stilstaand water in meren en poelen die de grond inpalmen.
    Water standing in lakes and pools so the ground gives way.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden