Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inlijven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingelijfd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik lijf in
jij lijft in
hij lijft in
wij rijven in
jullie rijven in
zij rijven in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inlijf
dat jij inlijft
dat hij inlijft
dat wij inrijven
dat jullie inrijven
dat zij inrijven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingelijfd
jij hebt ingelijfd
hij heeft ingelijfd
wij hebben ingelijfd
jullie hebben ingelijfd
zij hebben ingelijfd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik lijfde in
jij lijfde in
hij lijfde in
wij lijfden in
jullie lijfden in
zij lijfden in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inlijfde
dat jij inlijfde
dat hij inlijfde
dat wij inlijfden
dat jullie inlijfden
dat zij inlijfden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingelijfd
jij had ingelijfd
hij had ingelijfd
wij hadden ingelijfd
jullie hadden ingelijfd
zij hadden ingelijfd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inlijven
jij zult inlijven
hij zal inlijven
wij zullen inlijven
jullie zullen inlijven
zij zullen inlijven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingelijfd hebben
jij zult ingelijfd hebben
hij zal ingelijfd hebben
wij zullen ingelijfd hebben
jullie zullen ingelijfd hebben
zij zullen ingelijfd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inlijven
jij zou inlijven
hij zou inlijven
wij zouden inlijven
jullie zouden inlijven
zij zouden inlijven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingelijfd hebben
jij zou ingelijfd hebben
hij zou ingelijfd hebben
wij zouden ingelijfd hebben
jullie zouden ingelijfd hebben
zij zouden ingelijfd hebben

Gebiedende wijs
lijf in

Aanvoegende wijs
inlijve

Voorbeelden

  1. Zal zijn lijf in orde komen?
    Will his body be all right?
  2. Over mijn hele lijf in een donkere kast.
    All over me in a dark closet.
  3. Ga met je bleke lijf in de auto zitten.
    Get your white-as-death corpse in the car.
  4. inlijven
    commandeer
  5. Nu heb jij jouw hele lijf in mijn stoel achtergelaten.
    Now you 've left your entire body in my chair.
  6. Liep hem tegen het lijf in een sportbar enkele maanden geleden.
    Ran into him at a sports bar a few months ago.
  7. Die afsluiting laat je darmen scheuren, en dan loopt de viezigheid je lijf in.
    That blockage will rupture your intestines, spew sewage throughout your body.
  8. Je gaat ze inlijven.
    You 're going to recruit them.
  9. Dutch Schultz liep een zeer sterke bende tegen het lijf in New York en de Bronx.
    Dutch Schultz ran a very powerful gang in New York and the Bronx.
  10. Dat is hoe ze je inlijven.
    That 's how they get you.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden