Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inlijsten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingelijst

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik lijst in
jij lijst in
hij lijst in
wij lijsten in
jullie lijsten in
zij lijsten in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inlijst
dat jij inlijst
dat hij inlijst
dat wij inlijsten
dat jullie inlijsten
dat zij inlijsten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingelijst
jij hebt ingelijst
hij heeft ingelijst
wij hebben ingelijst
jullie hebben ingelijst
zij hebben ingelijst

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik lijstte in
jij lijstte in
hij lijstte in
wij lijstten in
jullie lijstten in
zij lijstten in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inlijstte
dat jij inlijstte
dat hij inlijstte
dat wij inlijstten
dat jullie inlijstten
dat zij inlijstten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingelijst
jij had ingelijst
hij had ingelijst
wij hadden ingelijst
jullie hadden ingelijst
zij hadden ingelijst

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inlijsten
jij zult inlijsten
hij zal inlijsten
wij zullen inlijsten
jullie zullen inlijsten
zij zullen inlijsten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingelijst hebben
jij zult ingelijst hebben
hij zal ingelijst hebben
wij zullen ingelijst hebben
jullie zullen ingelijst hebben
zij zullen ingelijst hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inlijsten
jij zou inlijsten
hij zou inlijsten
wij zouden inlijsten
jullie zouden inlijsten
zij zouden inlijsten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingelijst hebben
jij zou ingelijst hebben
hij zou ingelijst hebben
wij zouden ingelijst hebben
jullie zouden ingelijst hebben
zij zouden ingelijst hebben

Gebiedende wijs
lijst in

Aanvoegende wijs
inlijste

Voorbeelden

  1. Hij slikte de lijst in.
    He had only minutes.
  2. Er is een lijst in het logboek.
    There 's a list in the duty book.
  3. Was die lijst in jouw handschrift? Ja.
    Was that list in your own handwriting?
  4. Ik had de lijst in m' n handen.
    I had the list in my hand.
  5. Die foto in zilveren lijst in je dressoir.
    The silver-framed picture in your dresser.
  6. Dan moeten we de hele lijst in twijfel trekken.
    That calls the whole list into question.
  7. Misschien wil je wasgoed lijst in het vervolg nazien?
    Perhaps you 'd care to see the laundry lists in future?
  8. Mikhail had een lijst in een bank in Nice.
    Mikhail had a list in a bank in Nice.
  9. Wij hebben nergens op de lijst in zes maanden verhuisd.
    We haven 't moved anywhere on the list in six months.
  10. Misschien heeft Miller deze lijst in O' Brian' s kluisje gedaan
    Maybe Miller planted that list in O 'Brien 's locker.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden