Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inkrijgen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingekregen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik krijg in
jij krijgt in
hij krijgt in
wij krijgen in
jullie krijgen in
zij krijgen in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inkrijg
dat jij inkrijgt
dat hij inkrijgt
dat wij inkrijgen
dat jullie inkrijgen
dat zij inkrijgen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingekregen
jij hebt ingekregen
hij heeft ingekregen
wij hebben ingekregen
jullie hebben ingekregen
zij hebben ingekregen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kreeg in
jij kreeg in
hij kreeg in
wij kregen in
jullie kregen in
zij kregen in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inkreeg
dat jij inkreeg
dat hij inkreeg
dat wij inkregen
dat jullie inkregen
dat zij inkregen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingekregen
jij had ingekregen
hij had ingekregen
wij hadden ingekregen
jullie hadden ingekregen
zij hadden ingekregen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inkrijgen
jij zult inkrijgen
hij zal inkrijgen
wij zullen inkrijgen
jullie zullen inkrijgen
zij zullen inkrijgen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingekregen hebben
jij zult ingekregen hebben
hij zal ingekregen hebben
wij zullen ingekregen hebben
jullie zullen ingekregen hebben
zij zullen ingekregen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inkrijgen
jij zou inkrijgen
hij zou inkrijgen
wij zouden inkrijgen
jullie zouden inkrijgen
zij zouden inkrijgen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingekregen hebben
jij zou ingekregen hebben
hij zou ingekregen hebben
wij zouden ingekregen hebben
jullie zouden ingekregen hebben
zij zouden ingekregen hebben

Gebiedende wijs
krijg in

Aanvoegende wijs
inkrijge

Voorbeelden

  1. Krijg in hun hoofd.
    Get inside their head.
  2. Nou, ik krijg in uw auto.
    Well, I 'm getting in your car.
  3. Nou, ik krijg in ieder geval geen koude voeten.
    Well, at least my feet won 't get cold.
  4. Kijk eens hoeveel lucht ik krijg in deze foto.
    Look how much air I 'm getting in this photo.
  5. Ik hoop dat ik die gouden ster krijg in mijn functioneringsgesprek, meneer.
    I hope I get that gold star in my performance review, sir.
  6. Er is 98 % kans dat ik nooit meer gevoel krijg in mijn benen.
    There 's a 98 % chance I 'll never get any feeling back in my legs.
  7. Ik heb jou naam gebruikt om een resevering te krijg in Chez papillon.
    I used your name to get us a reservation at Chez papillon.
  8. Ik verwacht niet dat ik met pesterijen te maken krijg in de zesde klas.
    I do not expect to have to deal with bullying among the sixth-form!
  9. Je kunt ook over feiten praten waardoor ik een beter inzicht krijg in jullie.
    You can talk about facts that will allow me to know you better.
  10. Dus, je zegt dat als ik het juiste object in handen krijg in combinatie met de sleutel...
    So you 're saying that if I find the right object, and I use it with the key...

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden