Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: injecteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geïnjecteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik injecteer
jij injecteert
hij injecteert
wij injecteren
jullie injecteren
zij injecteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geïnjecteerd
jij hebt geïnjecteerd
hij heeft geïnjecteerd
wij hebben geïnjecteerd
jullie hebben geïnjecteerd
zij hebben geïnjecteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik injecteerde
jij injecteerde
hij injecteerde
wij injecteerden
jullie injecteerden
zij injecteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geïnjecteerd
jij had geïnjecteerd
hij had geïnjecteerd
wij hadden geïnjecteerd
jullie hadden geïnjecteerd
zij hadden geïnjecteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal injecteren
jij zult injecteren
hij zal injecteren
wij zullen injecteren
jullie zullen injecteren
zij zullen injecteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geïnjecteerd hebben
jij zult geïnjecteerd hebben
hij zal geïnjecteerd hebben
wij zullen geïnjecteerd hebben
jullie zullen geïnjecteerd hebben
zij zullen geïnjecteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou injecteren
jij zou injecteren
hij zou injecteren
wij zouden injecteren
jullie zouden injecteren
zij zouden injecteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geïnjecteerd hebben
jij zou geïnjecteerd hebben
hij zou geïnjecteerd hebben
wij zouden geïnjecteerd hebben
jullie zouden geïnjecteerd hebben
zij zouden geïnjecteerd hebben

Gebiedende wijs
injecteer

Aanvoegende wijs
injectere

Voorbeelden

  1. Injecteer de intercardische epi.
    push the intracardc epi.
  2. Ik injecteer 10cc morfine.
    10cc morphine going in.
  3. Injecteer nu het waterstofdeeltje.
    Inject the hydrogen particle now.
  4. Injecteer het rondom de wond.
    Inject it around the wound.
  5. Ik injecteer mezelf er zelfs mee.
    I 've even begun injecting myself.
  6. Injecteer jezelf, of ik vermoord hem.
    Inject yourself, or I 'll kill him.
  7. Dus als ik jou hiermee injecteer...
    So if I injected you with it...
  8. Injecteer Serieel Eiwit Caine 1 27.
    Injecting Serial Protein Caine 1 27.
  9. Oké, waneer ik snij, injecteer hem.
    Okay, when I cut, breech him.
  10. Ik injecteer me niet met het virus.
    I 'm not gonna take the virus.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden