NL: infiltreren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
geïnfiltreerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik infiltreer jij infiltreert hij infiltreert wij infiltreren jullie infiltreren zij infiltreren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geïnfiltreerd jij hebt geïnfiltreerd hij heeft geïnfiltreerd wij hebben geïnfiltreerd jullie hebben geïnfiltreerd zij hebben geïnfiltreerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik infiltreerde jij infiltreerde hij infiltreerde wij infiltreerden jullie infiltreerden zij infiltreerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geïnfiltreerd jij had geïnfiltreerd hij had geïnfiltreerd wij hadden geïnfiltreerd jullie hadden geïnfiltreerd zij hadden geïnfiltreerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal infiltreren jij zult infiltreren hij zal infiltreren wij zullen infiltreren jullie zullen infiltreren zij zullen infiltreren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geïnfiltreerd hebben jij zult geïnfiltreerd hebben hij zal geïnfiltreerd hebben wij zullen geïnfiltreerd hebben jullie zullen geïnfiltreerd hebben zij zullen geïnfiltreerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou infiltreren jij zou infiltreren hij zou infiltreren wij zouden infiltreren jullie zouden infiltreren zij zouden infiltreren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geïnfiltreerd hebben jij zou geïnfiltreerd hebben hij zou geïnfiltreerd hebben wij zouden geïnfiltreerd hebben jullie zouden geïnfiltreerd hebben zij zouden geïnfiltreerd hebben
|
Gebiedende wijs |
infiltreer
|
Aanvoegende wijs |
infiltrere |