Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to infer    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
infering; inferring

Present simple (ott)
I infer
you infer
he infers
we infer
you infer
they infer

Present perfect (vtt)
I have infered; inferred
you have infered; inferred
he has infered; inferred
we have infered; inferred
you have infered; inferred
they have infered; inferred

Past Simple (ovt)
I infered; inferred
you infered; inferred
he infered; inferred
we infered; inferred
you infered; inferred
they infered; inferred

Past perfect (vvt)
I had infered; inferred
you had infered; inferred
he had infered; inferred
we had infered; inferred
you had infered; inferred
they had infered; inferred

Present future (ottt)
I will infer
you will infer
he will infer
we will infer
you will infer
they will infer

Present future perfect (vttt)
I will have infered; inferred
you will have infered; inferred
he will have infered; inferred
we will have infered; inferred
you will have infered; inferred
they will have infered; inferred

Past future (ovtt)
I would infer
you would infer
he would infer
we would infer
you would infer
they would infer

Past future perfect (vvtt)
I would have infered; inferred
you would have infered; inferred
he would have infered; inferred
we would have infered; inferred
you would have infered; inferred
they would have infered; inferred


Voorbeelden

  1. Can you infer where they have gone?
    Kun je eruit afleiden waar ze heen zijn gegaan?
  2. What can we infer from these injuries?
    Wat kunnen we opmaken van deze verwondingen?
  3. What was I supposed to infer from that?
    Wat moet ik daaruit opmaken?
  4. I infer nothing, I 'm just stating the facts.
    Ik leid er niets uit af, ik vermeld de feiten.
  5. I 'm trying to infer your purpose in coming here.
    Ik probeer het doel van je komst in te schatten.
  6. Nor can we infer his guilt because he didn 't respond.
    We kunnen geen conclusies trekken uit z' n zwijgen.
  7. One can infer that they really do value justice above all.
    Men kan afleiden dat zij echt waarde hechten aan rechtvaardigheid boven alles.
  8. So we can infer the damage was done the previous night.
    Dus we kunnen zeggen dat de schade werd veroorzaakt de vorige nacht.
  9. When a woman accepts a condominium in Paris, one can infer exclusivity.
    Als een vrouw een appartement in Parijs accepteert, kan men exclusiviteit concluderen.
  10. Now I can infer that he 's a bit of a gambler.
    Hij houdt dus van een gokje.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden