Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inenten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingeënt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ent in
jij ent in
hij ent in
wij enten in
jullie enten in
zij enten in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inent
dat jij inent
dat hij inent
dat wij inenten
dat jullie inenten
dat zij inenten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingeënt
jij hebt ingeënt
hij heeft ingeënt
wij hebben ingeënt
jullie hebben ingeënt
zij hebben ingeënt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik entte in
jij entte in
hij entte in
wij entten in
jullie entten in
zij entten in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inentte
dat jij inentte
dat hij inentte
dat wij inentten
dat jullie inentten
dat zij inentten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingeënt
jij had ingeënt
hij had ingeënt
wij hadden ingeënt
jullie hadden ingeënt
zij hadden ingeënt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inenten
jij zult inenten
hij zal inenten
wij zullen inenten
jullie zullen inenten
zij zullen inenten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingeënt hebben
jij zult ingeënt hebben
hij zal ingeënt hebben
wij zullen ingeënt hebben
jullie zullen ingeënt hebben
zij zullen ingeënt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inenten
jij zou inenten
hij zou inenten
wij zouden inenten
jullie zouden inenten
zij zouden inenten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingeënt hebben
jij zou ingeënt hebben
hij zou ingeënt hebben
wij zouden ingeënt hebben
jullie zouden ingeënt hebben
zij zouden ingeënt hebben

Gebiedende wijs
ent in

Aanvoegende wijs
inente

Voorbeelden

  1. Laat hen inenten.
    Let 's get them inoculated.
  2. We gaan u inenten.
    Let 's get you vaccinated.
  3. (tegen de pokken) inenten
    variolate
  4. Kunnen we ons er tegen inenten?
    Can we inoculate ourselves against it?
  5. Ik ga me gelijk laten inenten.
    I 'm going right out to get vaccinated.
  6. We moeten wat pups van z' n zuster inenten.
    We have some puppies from his sister vaccinate.
  7. Zodra we het vaccine hebben, kunnen we je inenten.
    Until we have a vaccine, it could be you.
  8. Ik kan Malone hiermee inenten zonder nog meer te testen.
    I can 't inject Malone with this without more testing.
  9. Het duurt misschien nog even voor Phlox weet wat hij T' Pol moet inenten.
    May be a while before Phlox finds a way to inoculate T 'Pol.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden