Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: indruppelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingedruppeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik druppel in
jij druppelt in
hij druppelt in
wij druppelen in
jullie druppelen in
zij druppelen in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik indruppel
dat jij indruppelt
dat hij indruppelt
dat wij indruppelen
dat jullie indruppelen
dat zij indruppelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingedruppeld
jij hebt ingedruppeld
hij heeft ingedruppeld
wij hebben ingedruppeld
jullie hebben ingedruppeld
zij hebben ingedruppeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik druppelde in
jij druppelde in
hij druppelde in
wij druppelden in
jullie druppelden in
zij druppelden in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik indruppelde
dat jij indruppelde
dat hij indruppelde
dat wij indruppelden
dat jullie indruppelden
dat zij indruppelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingedruppeld
jij had ingedruppeld
hij had ingedruppeld
wij hadden ingedruppeld
jullie hadden ingedruppeld
zij hadden ingedruppeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal indruppelen
jij zult indruppelen
hij zal indruppelen
wij zullen indruppelen
jullie zullen indruppelen
zij zullen indruppelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingedruppeld hebben
jij zult ingedruppeld hebben
hij zal ingedruppeld hebben
wij zullen ingedruppeld hebben
jullie zullen ingedruppeld hebben
zij zullen ingedruppeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou indruppelen
jij zou indruppelen
hij zou indruppelen
wij zouden indruppelen
jullie zouden indruppelen
zij zouden indruppelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingedruppeld hebben
jij zou ingedruppeld hebben
hij zou ingedruppeld hebben
wij zouden ingedruppeld hebben
jullie zouden ingedruppeld hebben
zij zouden ingedruppeld hebben

Gebiedende wijs
druppel in

Aanvoegende wijs
indruppele

Voorbeelden

  1. Een druppel in de oceaan.
    Drop in the ocean.
  2. Ik voelde een druppel in mijn haar!
    I felt a drop in my hair!
  3. Als alles volgens plan verloopt, is dit slechts een druppel in de oceaan.
    If everything goes as it should, this would be just a drop in the ocean.
  4. Maar... zonder twijfel een onbelangrijke druppel in de emmer wat je vader betreft.
    But no doubt an inconsequential drop in the bucket with regard to your father.
  5. Een enkele druppel in een glas wijn is voldoende om de zenuwen te bedaren.
    A single drop in a cup of wine suffices to soothe ragged nerves.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden