Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: indikken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingedikt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik dik in
jij dikt in
hij dikt in
wij dikken in
jullie dikken in
zij dikken in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik indik
dat jij indikt
dat hij indikt
dat wij indikken
dat jullie indikken
dat zij indikken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingedikt
jij hebt ingedikt
hij heeft ingedikt
wij hebben ingedikt
jullie hebben ingedikt
zij hebben ingedikt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik dikte in
jij dikte in
hij dikte in
wij dikten in
jullie dikten in
zij dikten in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik indikte
dat jij indikte
dat hij indikte
dat wij indikten
dat jullie indikten
dat zij indikten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingedikt
jij had ingedikt
hij had ingedikt
wij hadden ingedikt
jullie hadden ingedikt
zij hadden ingedikt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal indikken
jij zult indikken
hij zal indikken
wij zullen indikken
jullie zullen indikken
zij zullen indikken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingedikt hebben
jij zult ingedikt hebben
hij zal ingedikt hebben
wij zullen ingedikt hebben
jullie zullen ingedikt hebben
zij zullen ingedikt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou indikken
jij zou indikken
hij zou indikken
wij zouden indikken
jullie zouden indikken
zij zouden indikken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingedikt hebben
jij zou ingedikt hebben
hij zou ingedikt hebben
wij zouden ingedikt hebben
jullie zouden ingedikt hebben
zij zouden ingedikt hebben

Gebiedende wijs
dik in

Aanvoegende wijs
indikke

Voorbeelden

  1. Dik in orde, schat.
    Everything 's fine, honey.
  2. Alles is dik in orde.
    Everything is very good.
  3. Alles komt dik in orde.
    Everything is gonna be fine.
  4. Het zat er dik in.
    It was bound to happen.
  5. Dit zat er dik in.
    This was bound to happen.
  6. Alles komt dik in orde.
    Everything is going to be great.
  7. Het zat er dik in.
    It was in the cards.
  8. Alles komt dik in orde.
    Everything 's gonna be great.
  9. Ik zit dik in de problemen.
    I 'm in really big trouble.
  10. En het zit er dik in...
    And chances are...

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden