Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: indienen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingediend

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik dien in
jij dient in
hij dient in
wij dienen in
jullie dienen in
zij dienen in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik indien
dat jij indient
dat hij indient
dat wij indienen
dat jullie indienen
dat zij indienen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingediend
jij hebt ingediend
hij heeft ingediend
wij hebben ingediend
jullie hebben ingediend
zij hebben ingediend

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik diende in
jij diende in
hij diende in
wij dienden in
jullie dienden in
zij dienden in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik indiende
dat jij indiende
dat hij indiende
dat wij indienden
dat jullie indienden
dat zij indienden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingediend
jij had ingediend
hij had ingediend
wij hadden ingediend
jullie hadden ingediend
zij hadden ingediend

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal indienen
jij zult indienen
hij zal indienen
wij zullen indienen
jullie zullen indienen
zij zullen indienen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingediend hebben
jij zult ingediend hebben
hij zal ingediend hebben
wij zullen ingediend hebben
jullie zullen ingediend hebben
zij zullen ingediend hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou indienen
jij zou indienen
hij zou indienen
wij zouden indienen
jullie zouden indienen
zij zouden indienen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingediend hebben
jij zou ingediend hebben
hij zou ingediend hebben
wij zouden ingediend hebben
jullie zouden ingediend hebben
zij zouden ingediend hebben

Gebiedende wijs
dien in

Aanvoegende wijs
indiene

Voorbeelden

  1. Ik dien in Wellington' s Leger.
    I served with Wellington 's army.
  2. Onze vader dien in de hemelen zijt.
    Our Father who art in Heaven.
  3. Bedreigen, niet indienen.
    Threaten, not file.
  4. De zaak indienen.
    You 'd file the case.
  5. We gaan beroep indienen.
    We will file an appeal.
  6. Ga je klacht indienen?
    Are you going to press charges?
  7. Ik zal klacht indienen.
    I will press charges.
  8. Wil je klacht indienen?
    Do you wish press charges?
  9. Ik moest een rapport indienen.
    I had to file a report.
  10. Ik wil een klacht indienen.
    I want to make a complaint!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden