Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to indict    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
indicting

Present simple (ott)
I indict
you indict
he indicts
we indict
you indict
they indict

Present perfect (vtt)
I have indicted; have indicted
you have indicted
he has indicted
we have indicted
you have indicted
they have indicted

Past Simple (ovt)
I indicted
you indicted
he indicted
we indicted
you indicted
they indicted

Past perfect (vvt)
I had indicted; had indicted
you had indicted
he had indicted
we had indicted
you had indicted
they had indicted

Present future (ottt)
I will indict
you will indict
he will indict
we will indict
you will indict
they will indict

Present future perfect (vttt)
I will have indicted
you will have indicted
he will have indicted
we will have indicted
you will have indicted
they will have indicted

Past future (ovtt)
I would indict
you would indict
he would indict
we would indict
you would indict
they would indict

Past future perfect (vvtt)
I would have indicted
you would have indicted
he would have indicted
we would have indicted
you would have indicted
they would have indicted


Voorbeelden

  1. Indict Remus instead.
    Klaag Remus maar aan.
  2. She could indict you.
    Ze kan je aanklagen.
  3. They 'll indict themselves.
    Ze verspreken zich wel.
  4. You could indict that clock.
    Jij krijgt zelfs die klok aangeklaagd.
  5. I came here to indict you.
    Ik kwam hier om je te klagen.
  6. They have enough to indict him.
    Ze hebben genoeg om hem aan te klagen.
  7. A man doesn 't indict himself.
    Niemand klaagt zichzelf aan.
  8. We have to indict Will Gardner.
    We moeten Will Gardner aanklagen.
  9. We got enough to indict Mason.
    We hebben genoeg om Mason aan te klagen.
  10. The grand jury declined to indict you.
    De jury weigerde je aan te klagen.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden