Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: indekken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingedekt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik dek in
jij dekt in
hij dekt in
wij dekken in
jullie dekken in
zij dekken in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik indek
dat jij indekt
dat hij indekt
dat wij indekken
dat jullie indekken
dat zij indekken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingedekt
jij hebt ingedekt
hij heeft ingedekt
wij hebben ingedekt
jullie hebben ingedekt
zij hebben ingedekt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik dekte in
jij dekte in
hij dekte in
wij dekten in
jullie dekten in
zij dekten in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik indekte
dat jij indekte
dat hij indekte
dat wij indekten
dat jullie indekten
dat zij indekten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingedekt
jij had ingedekt
hij had ingedekt
wij hadden ingedekt
jullie hadden ingedekt
zij hadden ingedekt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal indekken
jij zult indekken
hij zal indekken
wij zullen indekken
jullie zullen indekken
zij zullen indekken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingedekt hebben
jij zult ingedekt hebben
hij zal ingedekt hebben
wij zullen ingedekt hebben
jullie zullen ingedekt hebben
zij zullen ingedekt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou indekken
jij zou indekken
hij zou indekken
wij zouden indekken
jullie zouden indekken
zij zouden indekken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingedekt hebben
jij zou ingedekt hebben
hij zou ingedekt hebben
wij zouden ingedekt hebben
jullie zouden ingedekt hebben
zij zouden ingedekt hebben

Gebiedende wijs
dek in

Aanvoegende wijs
indekke

Voorbeelden

  1. Is het medisch dek in gevaar geweest?
    Has the medbay been compromised?
  2. We verdelen elk dek in vier secties.
    We 're going to divide each deck into four sections.
  3. Jezelf indekken, niet?
    Getting your own back, was it?
  4. Waarom Dane Sullivan indekken?
    So why cover for Dane Sullivan?
  5. Kun je me indekken?
    Will you cover for me?
  6. Hij wilde zich indekken.
    He was looking to be covered.
  7. We moeten ons indekken.
    We 're gonna need an insurance policy.
  8. Ze zullen elkaar toch indekken.
    They 'll only close ranks.
  9. Je moet je mascotte indekken.
    You got to cover the mascot.
  10. Bedankt voor het indekken van mij.
    Thank you for covering for me.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden