Voorbeelden

1. Incline it, like that.
   Buig het, zoals dit.
2. Children incline to happiness.
   Kinderen willen geluk.
3. The noble souls of these Indians incline towards music.
   De edele zielen van de indianen neigen tot muziek.
4. It 's a little sloping incline down to the...
   Het is een klein schuin aflopende helling naar het...
5. I 'm increasing your incline and speed by five percent.
   Ik verhoog je vermogen en je snelheid met 5 procent.
6. That 's the incline. Climb up that and you 're almost there.
   Als je omhoog klimt, ben je er bijna.
7. Isn 't losing control par for the course on a steep incline?
   Is de controle verliezen niet normaal op een steile helling?
8. You think that ought to incline me to trust you more or less?
   Moet ik je daardoor meer of minder vertrouwen?
9. It 's a bit like building a chimney at an incline across a house.
   Het is een beetje als het bouwen van een schuine schoorsteen dwars door een huis.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden