Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inchecken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingecheckt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik check in
jij checkt in
hij checkt in
wij checken in
jullie checken in
zij checken in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik incheck
dat jij incheckt
dat hij incheckt
dat wij inchecken
dat jullie inchecken
dat zij inchecken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingecheckt
jij hebt ingecheckt
hij heeft ingecheckt
wij hebben ingecheckt
jullie hebben ingecheckt
zij hebben ingecheckt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik checkte in
jij checkte in
hij checkte in
wij checkten in
jullie checkten in
zij checkten in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik incheckte
dat jij incheckte
dat hij incheckte
dat wij incheckten
dat jullie incheckten
dat zij incheckten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingecheckt
jij had ingecheckt
hij had ingecheckt
wij hadden ingecheckt
jullie hadden ingecheckt
zij hadden ingecheckt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inchecken
jij zult inchecken
hij zal inchecken
wij zullen inchecken
jullie zullen inchecken
zij zullen inchecken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingecheckt hebben
jij zult ingecheckt hebben
hij zal ingecheckt hebben
wij zullen ingecheckt hebben
jullie zullen ingecheckt hebben
zij zullen ingecheckt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inchecken
jij zou inchecken
hij zou inchecken
wij zouden inchecken
jullie zouden inchecken
zij zouden inchecken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingecheckt hebben
jij zou ingecheckt hebben
hij zou ingecheckt hebben
wij zouden ingecheckt hebben
jullie zouden ingecheckt hebben
zij zouden ingecheckt hebben

Gebiedende wijs
check in

Aanvoegende wijs
inchecke

Voorbeelden

  1. Ik check in en...
    I 'll check in and...
  2. De check-in balie.
    The check-in desk.
  3. Je miste de check-in.
    You missed check-in.
  4. Fred Marsh, ik check in.
    Fred Marsh, checking in.
  5. FlyLo Check-in, hier spreekt Keeley.
    FlyLo Check-in, Keeley speaking.
  6. Hij mistte zn check-in vanavond.
    He missed his check-in tonight.
  7. Check-in tijd is 4: 00.
    Check-in time is 4: 00.
  8. •Check in bij onze speciale incheckbalie
    •Check in at our dedicated check-in desk
  9. FlyLo check-in, Keeley aan de lijn.
    FlyLo check-in, Keeley speaking'.
  10. Ja, ik heb zijn check-in details hier.
    Yes, I 've got his check-in details here.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden