Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: incasseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geïncasseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik incasseer
jij incasseert
hij incasseert
wij incasseren
jullie incasseren
zij incasseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geïncasseerd
jij hebt geïncasseerd
hij heeft geïncasseerd
wij hebben geïncasseerd
jullie hebben geïncasseerd
zij hebben geïncasseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik incasseerde
jij incasseerde
hij incasseerde
wij incasseerden
jullie incasseerden
zij incasseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geïncasseerd
jij had geïncasseerd
hij had geïncasseerd
wij hadden geïncasseerd
jullie hadden geïncasseerd
zij hadden geïncasseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal incasseren
jij zult incasseren
hij zal incasseren
wij zullen incasseren
jullie zullen incasseren
zij zullen incasseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geïncasseerd hebben
jij zult geïncasseerd hebben
hij zal geïncasseerd hebben
wij zullen geïncasseerd hebben
jullie zullen geïncasseerd hebben
zij zullen geïncasseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou incasseren
jij zou incasseren
hij zou incasseren
wij zouden incasseren
jullie zouden incasseren
zij zouden incasseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geïncasseerd hebben
jij zou geïncasseerd hebben
hij zou geïncasseerd hebben
wij zouden geïncasseerd hebben
jullie zouden geïncasseerd hebben
zij zouden geïncasseerd hebben

Gebiedende wijs
incasseer

Aanvoegende wijs
incassere

Voorbeelden

  1. Incasseer geen onnodige klappen.
    Don 't take no unnecessary punishment.
  2. Incasseer je smeergeld en sluit je ogen.
    Just keep taking your money... ... and looking the other way.
  3. Incasseer niet teveel stoten in het gezicht.
    Don 't take too many shots to the face.
  4. Trouwens, we zijn nog steeds in incasseer-modus.
    Besides, we 're still doing the rope-a-dope.
  5. Ik incasseer de cheque, daarna maakt van Dyke bekend dat hij jou aanklaagt?
    I cash the check, and then Van Dyke announces that he 's indicting you?
  6. Incasseren, hopelijk.
    Cashing in, hopefully.
  7. Waar kan ik incasseren?
    Where can I cash out?
  8. Niemand zal het incasseren.
    Nobody 's gonna collect it.
  9. Je moet veel incasseren.
    You have to take a lot.
  10. En hij moet incasseren.
    Creed misses and gets hit in return.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden