Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: inblazen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ingeblazen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik blaas in
jij blaast in
hij blaast in
wij blazen in
jullie blazen in
zij blazen in

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inblaas
dat jij inblaast
dat hij inblaast
dat wij inblazen
dat jullie inblazen
dat zij inblazen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ingeblazen
jij hebt ingeblazen
hij heeft ingeblazen
wij hebben ingeblazen
jullie hebben ingeblazen
zij hebben ingeblazen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik blies in
jij blies in
hij blies in
wij bliezen in
jullie bliezen in
zij bliezen in

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik inblies
dat jij inblies
dat hij inblies
dat wij inbliezen
dat jullie inbliezen
dat zij inbliezen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ingeblazen
jij had ingeblazen
hij had ingeblazen
wij hadden ingeblazen
jullie hadden ingeblazen
zij hadden ingeblazen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal inblazen
jij zult inblazen
hij zal inblazen
wij zullen inblazen
jullie zullen inblazen
zij zullen inblazen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ingeblazen hebben
jij zult ingeblazen hebben
hij zal ingeblazen hebben
wij zullen ingeblazen hebben
jullie zullen ingeblazen hebben
zij zullen ingeblazen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou inblazen
jij zou inblazen
hij zou inblazen
wij zouden inblazen
jullie zouden inblazen
zij zouden inblazen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ingeblazen hebben
jij zou ingeblazen hebben
hij zou ingeblazen hebben
wij zouden ingeblazen hebben
jullie zouden ingeblazen hebben
zij zouden ingeblazen hebben

Gebiedende wijs
blaas in

Aanvoegende wijs
inblaze

Voorbeelden

  1. Blaas in het mondstuk alstublieft.
    Please blow into the mouthpiece.
  2. Lijkt erop dat je een zwakke blaas in de familie krijgt.
    Looks like you 're getting a weak bladder in the family.
  3. Dit feest wat leven inblazen.
    Get the party started.
  4. De hele gemeenschap nieuw leven inblazen.
    Revitalize the whole community.
  5. Je gaat ons allemaal de lucht inblazen.
    You 're gonna blow us sky-high.
  6. Ik wilde onze relatie nieuw leven inblazen met een trio.
    I thought I could spice up our relationship with a three-way.
  7. En ze willen de enige democratie de Middellandse Zee inblazen.
    And they 'd like to blow the only democracy in the region right into the Mediterranean.
  8. Dat is de bedoeling hiervan, Joe gaat het nieuw leven inblazen.
    That is the point of this lunch. Joe is gonna revive it.
  9. Ik heb een goed idee hoe we penny can weer leven kunnen inblazen!
    I have a great idea on how to reboot penny can!
  10. Wij moeten deze gemeente nieuw leven inblazen... en' n moedige nieuwe richting inslaan.
    We need to rise up and resurrect this ministry and take it in a brave new direction.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden