Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: implementeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geïmplementeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik implementeer
jij implementeert
hij implementeert
wij implementeren
jullie implementeren
zij implementeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geïmplementeerd
jij hebt geïmplementeerd
hij heeft geïmplementeerd
wij hebben geïmplementeerd
jullie hebben geïmplementeerd
zij hebben geïmplementeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik implementeerde
jij implementeerde
hij implementeerde
wij implementeerden
jullie implementeerden
zij implementeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geïmplementeerd
jij had geïmplementeerd
hij had geïmplementeerd
wij hadden geïmplementeerd
jullie hadden geïmplementeerd
zij hadden geïmplementeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal implementeren
jij zult implementeren
hij zal implementeren
wij zullen implementeren
jullie zullen implementeren
zij zullen implementeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geïmplementeerd hebben
jij zult geïmplementeerd hebben
hij zal geïmplementeerd hebben
wij zullen geïmplementeerd hebben
jullie zullen geïmplementeerd hebben
zij zullen geïmplementeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou implementeren
jij zou implementeren
hij zou implementeren
wij zouden implementeren
jullie zouden implementeren
zij zouden implementeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geïmplementeerd hebben
jij zou geïmplementeerd hebben
hij zou geïmplementeerd hebben
wij zouden geïmplementeerd hebben
jullie zouden geïmplementeerd hebben
zij zouden geïmplementeerd hebben

Gebiedende wijs
implementeer

Aanvoegende wijs
implementere

Voorbeelden

  1. Ik implementeer het nieuwe plan.
    I 'm implementing the new plan.
  2. Allemaal deel van de troepenvermindering die ze implementeren.
    All part of the reduction-in-force initiatives being implemented.
  3. Kleine veranderingen die wij kunnen implementeren... tijdens mijn verblijf.
    Little changes we might implement... during my stay.
  4. We implementeren het proefprogramma van de Universiteit van Maryland.
    We 're going to be implementing the University of Maryland pilot programme.
  5. Economische sancties zijn relatief eenvoudig te implementeren en historisch effectief.
    Economic sanctions are relatively easy to implement and historically effective.
  6. Mensen hebben de neiging om beveiliging te implementeren gebaseerd op verwachte dreiging.
    People tend to implement security based on anticipated threats.
  7. Maar ik wil dat je aan je houding werkt, we hebben een beleid dat ik wil implementeren.
    But I want you to work on your attitude. We have a policy I want to implement.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden