Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: identificeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geïdentificeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik identificeer
jij identificeert
hij identificeert
wij identificeren
jullie identificeren
zij identificeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geïdentificeerd
jij hebt geïdentificeerd
hij heeft geïdentificeerd
wij hebben geïdentificeerd
jullie hebben geïdentificeerd
zij hebben geïdentificeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik identificeerde
jij identificeerde
hij identificeerde
wij identificeerden
jullie identificeerden
zij identificeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geïdentificeerd
jij had geïdentificeerd
hij had geïdentificeerd
wij hadden geïdentificeerd
jullie hadden geïdentificeerd
zij hadden geïdentificeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal identificeren
jij zult identificeren
hij zal identificeren
wij zullen identificeren
jullie zullen identificeren
zij zullen identificeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geïdentificeerd hebben
jij zult geïdentificeerd hebben
hij zal geïdentificeerd hebben
wij zullen geïdentificeerd hebben
jullie zullen geïdentificeerd hebben
zij zullen geïdentificeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou identificeren
jij zou identificeren
hij zou identificeren
wij zouden identificeren
jullie zouden identificeren
zij zouden identificeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geïdentificeerd hebben
jij zou geïdentificeerd hebben
hij zou geïdentificeerd hebben
wij zouden geïdentificeerd hebben
jullie zouden geïdentificeerd hebben
zij zouden geïdentificeerd hebben

Gebiedende wijs
identificeer

Aanvoegende wijs
identificere

Voorbeelden

  1. Identificeer jullie.
    Identify yourself.
  2. Identificeer jezelf.
    Identify yourself.
  3. Identificeer jezelf.
    Man: Identify yourself.
  4. Identificeer uzelf.
    Please identify yourself.
  5. Identificeer jezelf!
    Identify yourselves!
  6. Identificeer jezelf.
    Identify yourself!
  7. Identificeer jezelf.
    Identify yourself
  8. Identificeer uzelf.
    Identify yourself!
  9. Identificeer jezelf.
    You will identify yourself.
  10. Identificeer jezelf, alsjeblieft.
    Identify yourself, please.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden