NL: hyperventileren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gehyperventileerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik hyperventileer jij hyperventileert hij hyperventileert wij hyperventileren jullie hyperventileren zij hyperventileren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gehyperventileerd jij hebt gehyperventileerd hij heeft gehyperventileerd wij hebben gehyperventileerd jullie hebben gehyperventileerd zij hebben gehyperventileerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik hyperventileerde jij hyperventileerde hij hyperventileerde wij hyperventileerden jullie hyperventileerden zij hyperventileerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gehyperventileerd jij had gehyperventileerd hij had gehyperventileerd wij hadden gehyperventileerd jullie hadden gehyperventileerd zij hadden gehyperventileerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal hyperventileren jij zult hyperventileren hij zal hyperventileren wij zullen hyperventileren jullie zullen hyperventileren zij zullen hyperventileren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gehyperventileerd hebben jij zult gehyperventileerd hebben hij zal gehyperventileerd hebben wij zullen gehyperventileerd hebben jullie zullen gehyperventileerd hebben zij zullen gehyperventileerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou hyperventileren jij zou hyperventileren hij zou hyperventileren wij zouden hyperventileren jullie zouden hyperventileren zij zouden hyperventileren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gehyperventileerd hebben jij zou gehyperventileerd hebben hij zou gehyperventileerd hebben wij zouden gehyperventileerd hebben jullie zouden gehyperventileerd hebben zij zouden gehyperventileerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
hyperventileer
|
| Aanvoegende wijs |
| hyperventilere |